Opmerkingen
• Als er storing in de
weergave is, kan de
AUTO-ID automatische
begincode-functie de
begincode wel eens niet
naar behoren
aanbrengen.
Tips
• Om tijdens het opnemen
een begincode op de band
aan te brengen, drukt u
op de START ID •
ENTER toets. Er wordt
dan een begincode
aangebracht op het punt
waar u de START ID •
ENTER toets indrukte.
• De DAT recorder schakelt
alleen over tussen de
automatische en de
handmatige stand
wanneer u op de START
ID • MODE toets drukt
tijdens opnemen,
opnamecontrole of in de
opnamepauzestand.
1
Als er "AUTO-ID" in het uitleesvenster wordt
aangegeven, drukt u net zovaak op de START ID •
MODE toets tot deze aanduiding verdwijnt.
2
Houd de START ID • MODE
toets ingedrukt totdat de
"AUTO-ID" aanduiding in het
uitleesvenster gaat knipperen.
Aan het begin van de opname
wordt er automatisch een
begincode aangebracht bij het
eerst doorkomende geluidssignaal.
Uitschakelen van de halfautomatische stand
Houd de START ID • MODE toets ingedrukt totdat de
"AUTO-ID" aanduiding uit het uitleesvenster
verdwijnt.
Automatische begincodes tijdens opnemen
— Automatische stand
Met deze volautomatische markeerfunctie worden de
begincodes vastgelegd aan de hand van het
ingangsniveau. Er wordt een begincode op de band
vastgelegd wanneer:
— u begint met opnemen of de opnamepauzestand
uitschakelt (als er nog niet onmiddellijk geluid
klinkt, dan even later zodra er een geluidssignaal
binnenkomt).
— er weer geluid doorkomt na een stilte of een
passage met nauwelijks enig geluid
(fabrieksinstelling -50 dB) die langer dan 3
seconden heeft geduurd.
— u tijdens het opnemen op de START ID • ENTER
toets drukt.
1
Druk net zovaak op de START
ID • MODE toets tot
deaanduiding "AUTO-ID" in
het uitleesvenster verschijnt.
2
Begin met opnemen.
Wanneer er een begincode op de band wordt
aangebracht, verschijnt even de aanduiding
"WRITE" in het uitleesvenster, gevolgd door een
ongeveer negen seconden lang knipperende "
" aanduiding (in de lange-speelduur
stand 18 seconden lang).
33
NL
Opname