31
2
Afbeelding. Bedieningspaneel
2. Gasregelaar
4. Trilling aan/uit
6. Vooruit-/achteruithendel
31. Parkeerrem
Afb. Bedieningspaneel
3. Noodrem
6. Vooruit-/achteruithendel
2015-07-02
Remmen
Normaal remmen
Gebruik de schakelaar (4) om de trilling uit te
schakelen.
Stop de wals door de vooruit/achteruit-hendel (6) in de
neutrale positie te zetten.
6
4
Noodstop activeren in een noodsituatie
De remmen worden gewoonlijk geactiveerd met de
vooruit-/achteruithendel (6). De hydrostatische
transmissie remt de wals af wanneer de hendel naar
de neutrale stand wordt geduwd.
Elke aandrijfmotor is voorzien van een rem, die tijdens
6
het rijden als noodrem fungeert.
3
Zet na de noodstop de vooruit-/achteruithendel (6)
terug naar de neutrale stand, trek de noodstop uit en
activeer de parkeerrem. Herstart de motor.
4812161114_C.pdf
Wanneer men een koude machine start of met een
Wanneer men een koude machine start of met een
koude machine rijdt, is de hydraulische olie ook
koude machine rijdt, is de hydraulische olie ook
koud en is de remweg langer dan wanneer de olie
koud en is de remweg langer dan wanneer de olie
zijn normale werktemperatuur heeft.
zijn normale werktemperatuur heeft.
Verlaat nooit het chauffeursplatform zonder de
Verlaat nooit het chauffeursplatform zonder de
parkeerrem (31) te activeren.
parkeerrem (31) te activeren.
Druk om in een noodsituatie te remmen de
Druk om in een noodsituatie te remmen de
noodstopknop (3) in, houd het stuur stevig vast en
noodstopknop (3) in, houd het stuur stevig vast en
wees voorbereid op bruusk stoppen. De
wees voorbereid op bruusk stoppen. De
dieselmotor stopt.
dieselmotor stopt.
Bediening
43