Richtlijnen voor papiergebruik
Gebruik conventioneel 20 lbs. (75 g/m
resultaten. Wees er zeker van dat het papier van goede kwaliteit is
en geen inkepingen, kerven, scheuren, vlekken, losse delen, stof,
kreukels, lege plekken en omgekrulde of omgebogen zijden heeft.
Als u niet zeker weet welke soort papier u laadt (zoals bankpost of
kringlooppapier), controleert u het etiket op het pak papier.
Sommige papiersoorten veroorzaken problemen met afdrukkwaliteit,
papierstoringen of schade aan de printer.
Situatie
Slechte afdrukkwaliteit of
toneradhesie.
Problemen met invoer.
Weggevallen plekken,
papierstoringen, omkrullen.
Toegenomen grijze
achtergrondarcering.
Overmatig omkrullen.
Problemen met invoer.
Papierstoring,
printerbeschadiging.
Problemen met invoer.
DU
Probleem met het papier Oplossing
Te vochtig, te ruw, te glad
of gebosseleerd; verkeerd
papier.
Onjuist opgeslagen.
Te zwaar.
Te vochtig, verkeerde
greinrichting of korte
greinconstructie.
Uitsparingen of perforaties.
Gerafelde zijden.
2
) papier voor de beste
Probeer een andere
papiersoort tussen
100-250 Sheffield,
4-6% vochtigheidsgraad.
Sla het papier plat op in de
vochtvrije verpakking.
Gebruik lichter papier.
Gebruik papier met lange
grein. Gebruik de vlakke
papier-uitvoerbaan voor het
afdrukken.
Gebruik geen papier met
uitsparingen of perforaties.
Gebruik papier van goede
kwaliteit.
Richtlijnen voor papiergebruik 99