4
Druk op de vierwegsbesturing (23) om [Opnamepixels] te
selecteren.
5
Druk op de vierwegsregelaar (5).
Er verschijnt een keuzemenu.
6
Druk op de vierwegsbesturing (23)
om de opnamepixels te wijzigen.
De opneembare tijd voor de geselecteerde
opgenomen pixels verschijnt ook bovenaan
rechts op het scherm.
7
Druk op de knop 4.
Uw selectie werd bewaard.
8
Druk twee keer op de knop 3.
De camera keert terug naar de vastlegstatus met de huidige instelling.
De Beeldteller selecteren
De Beeldteller bepaalt hoe vlot het filmpje afgespeeld wordt. De "fps"
geeft het aantal kaders aan die per seconde opgenomen worden. Hoe
meer kaders, hoe beter de kwaliteit van het filmpje, maar hoe groter het
datavolume.
4
Druk op de vierwegsbesturing (23) om [Beeldteller] te
selecteren.
5
Druk op de vierwegsregelaar (5).
Er verschijnt een keuzemenu.
6
Druk op de vierwegsbesturing (23)
om de beeldteller te wijzigen.
De opneembare tijd voor de geselecteerde
framesnelheid verschijnt ook bovenaan
rechts op het scherm.
7
Druk op de knop 4.
Uw selectie werd bewaard.
8
Druk twee keer op de knop 3.
De camera keert terug naar de vastlegstatus met de huidige instelling.
a
Opnametijd
Opnamepixels
640
320
Beeldteller
Cancel
Stop
Cancel
MENU
Opnametijd
Opnamepixels
640
30fps
Beeldteller
15fps
Stop
Cancel
Cancel
MENU
04:31
OK
OK
OK
OK
4
04:31
OK
OK
OK
OK
85