8 Productoverzicht
6
5
4
3
Onderdeel
1
+-programmeerknop
2
--programmeerknop
3
Terug-programmeerknop
4
Programmeerknop SET
5
Bedrijfsmodusindicatoren
6
Scherm
9 Afmetingen
6.35 mm
35.4 mm
10 Bedrading
NO
NO
COM
°C
SET
L
N
NTC
L
N
Belangrijk:
Strictly observe the wiring as indicated in the diagram to prevent accidents, injury and
property damage.
2
1
2
Beschrijving/functie
Voor het programmeren van de thermostaat.
Voor het programmeren van de thermostaat.
Voor het programmeren van de thermostaat.
Voor het programmeren van de thermostaat.
■
RUN: er wordt verwarmd of gekoeld.
■
COLD: de koelmodus is geactiveerd.
■
HOT: de verwarmingsmodus is geacti-
veerd.
Geeft de temperatuur weer.
37 mm
60 mm
K
L
11 De thermostaat programmeren
Belangrijk:
Voordat u tests uitvoert, moet u minimaal 1 minuut wachten zodat de aangesloten sensor
zich kan aanpassen aan de omgeving.
11.1 Programmeerknoppen
Knop
Functie
+ / -
Instellingen wijzigen.
■
Terug
Instelling ongedaan maken.
■
Terug naar het startscherm.
■
SET
Instellingen openen.
■
Instellingen opslaan.
11.2 De temperatuur instellen
11.3 De thermostaat configureren
Code
Indicatie
C
Koelmodus
H
Verwarmingsmodus
d
Temperatuurverschil
DELY
Vertragingstijd relais
SC
Correctie temperatuuraf-
wijking
Beschrijving
■
Het relais is open.
■
Het relais sluit als de gemeten temperatuur
hoger is dan de ingestelde temperatuurwaar-
de.
■
Voorbeeld: een aangesloten ventilator begint
te koelen als de gemeten temperatuur hoger
is dan de ingestelde temperatuur.
■
Het relais is gesloten.
■
Het relais opent als de gemeten temperatuur
hoger is dan de ingestelde temperatuurwaar-
de.
■
Voorbeeld: een aangesloten verwarmer stopt
met verwarmen als de gemeten temperatuur
hoger is dan de ingestelde temperatuur.
Het temperatuurverschil bepaalt de grenzen van
het werktemperatuurbereik.
■
Koelmodus: het relais sluit als de gemeten
temperatuur hoger is (de ingestelde tempera-
tuur + d).
■
Verwarmingsmodus: het relais opent als de
gemeten temperatuur lager is (de ingestelde
temperatuur - d).
Geeft de vertraging van de relaiswerking aan.
Mogelijke instelling: 0 - 300 seconden.
Geeft de temperatuurcorrectiewaarde aan voor
de aangesloten temperatuursensor. Tempera-
tuurcorrectie is nuttig als de aangesloten tempe-
ratuursensor werkt in een omgeving die afwijkt
van de installatielocatie van de thermostaat.
Mogelijke instelling: -15 tot +15 °C.