Gebruikershandleiding
Code
Probleem
001
Product werd uitgeschakeld door een stroomstoring.
106
Kan niet afdrukken via de computer omwille van
toegangsbeveiliging.
107
Mislukte gebruikersautenticatie. De taak is
geannuleerd.
108
Vertrouwelijke taak werd verwijderd terwijl het
product uitgeschakeld was.
109
Het ontvangen faxbericht was al verwijderd.
110
De taak werd eenzijdig afgedrukt omdat het geladen
papier niet geschikt is voor dubbelzijdig afdrukken.
201
Het geheugen is vol.
202
De lijn werd verbroken door de machine van de
ontvanger.
203
Kan geen kiestoon detecteren.
204
De machine van de ontvanger is bezet.
205
De machine van de ontvanger antwoordt niet.
206
De telefoonkabel is niet goed aangesloten op de
LINE en EXT. poorten van de printer.
207
De printer is niet verbonden met de telefoonlijn.
208
Het faxbericht kon niet naar bepaalde ontvangers
verzonden worden.
Problemen oplossen
Oplossing
-
Neem contact op met uw printerbeheerder.
❏ Zorg ervoor dat de gebruikersnaam en
wachtwoord correct zijn.
❏ Selecteer Instellen > Systeembeheer >
Veiligheidsinstel. > Toegangsbeheer. Schakel
de functiebeperking in en laat dan de taak toe
zonder authenticatie-informatie.
-
-
Als u dubbelzijdig wenst af te drukken, laad dan
papier dat daar geschikt voor is.
❏ Druk de ontvangen faxberichten af vanuit de
Taakmonitor in de Taakopslag.
❏ Verwijder ontvangen faxberichten uit de inbox via
Taakopslag in het Statusmenu.
❏ Als u een monochroom faxbericht naar een
enkele bestemming zendt, kunt u dat doen d.m.v.
Direct Send.
❏ Verdeel uw originele in twee of meer delen en
verzend ze dan.
Wacht even en probeer het dan nogmaals.
❏ Zorg ervoor dat de telefoonkabel correct
verbonden is en dat de telefoonlijn werkt.
❏ Als de printer aangesloten is op de PBX of de
terminaladapter, wijzig dan de instelling Lijntype
naar PBX.
❏ Selecteer Instellen > Systeembeheer >
Faxinstellingen > Basisinstellingen >
Kiestoondetectie en schakel daar de
kiestooninstelling uit.
Wacht even en probeer het dan nogmaals.
Wacht even en probeer het dan nogmaals.
Controleer de aansluiting van de LINE poort en de
EXT. poort aan de achterzijde van de printer.
Sluit de printer aan op een telefoonlijn.
Druk een Faxlogboek of Laatste overdracht-
rapport af voor vorige faxen via Faxverslag in de
Faxmodus om de foutieve bestemmingen te
controleren. Als de instelling Foutgeg.opslaan
geactiveerd is, kunt u een faxbericht opnieuw
verzenden via Taakmonitor in het Statusmenu.
156