Gebruikershandleiding
Basisinstellingen voor faxberichten afzonderlijk configureren
U kunt de faxinstellingen configureren zonder gebruik te maken van de wizard, door elke instelling afzonderlijk te
configureren. De instellingen die d.m.v. de wizard geconfigureerd zijn, kunt u ook wijzigen. Voor meer details,
raadpleeg de lijst met menu's in de faxinstellingen.
Gerelateerde informatie
"Faxinstellingen" op pagina 35
&
Instellingen configureren voor een PBX telefoonsysteem
Configureer de volgende instellingen als u de printer gebruikt in kantoren die gebruik maken van extensies met
externe toegangscodes, zoals een 0 en 9 voor het verkrijgen van een buitenlijn.
1. Ga naar de modus Instellen via het hoofdscherm.
2. Selecteer Systeembeheer > Faxinstellingen > Basisinstellingen > Lijntype.
3. Selecteer PBX.
4. Op het scherm Toegangscode selecteert u Gebruik.
5. Druk op het veld Toegangscode voer de externe toegangscode van uw telefoonsysteem in en druk op de
Enter-toets rechts onderaan het scherm.
De toegangscode wordt opgeslagen in uw printer. Als u een faxbericht naar een extern faxtoestel zendt, voer
dan een hekje (#) in i.p.v. de toegangscode.
Opmerking:
Als het hekje (#) aan het begin van een faxnummer ingevoerd wordt, dan vervangt de printer het hekje door de
toegangscode tijdens het vormen van het nummer. Door gebruik te maken van # kunt u makkelijker verbinding maken
met een externe lijn.
Papierbron instellen voor inkomende faxberichten
Stel de papierbronnen in die u NIET wenst te gebruiken voor het afdrukken van ontvangen documenten of
faxrapporten. Configureer deze instelling als u speciaal papier, zoals fotopapier, in een papierbron geladen hebt en
dit niet wenst te gebruiken voor het afdrukken van faxberichten.
1. Ga naar de modus Inst. via het hoofdscherm.
2. Selecteer Systeembeheer > Printerinstellingen > Instellingen papierbron > Inst. autom. selecteren > Fax.
3. Stel de papierbronnen in die u NIET wenst te gebruiken voor het afdrukken van ontvangen documenten en
schakel dan uit.
Faxen
98