e_kb435.book Page 70 Friday, February 2, 2007 11:13 AM
Scherpstellen
Scherpstellen
De camera stelt automatisch scherp op het onderwerp wanneer
u de ontspanknop tot halverwege indrukt. Als u snel wilt scherpstellen op een
bepaald punt, moet u een van de scherpstellingen van de camera selecteren.
In dit gedeelte worden de verschillende scherpstelinstellingen beschreven.
Het scherpstelbereik kiezen
Objectiefbeweging beperken (scherpstelbereik).
Als [Focuslimiet] (p.75) is ingeschakeld, wordt macrofotografie beperkt tot
close-ups, terwijl het bereik bij normale fotografie het normale bereik is tot
oneindig.
Het AF-veld kiezen
Standaard stelt de camera scherp op het dichtstbijzijnde voorwerp in het
3
midden van het AF-kader. Selecteer een andere scherpsteloptie als u wilt
dat de camera scherpstelt op een ander punt (p.74).
Onderwerpen waarop moeilijk kan worden scherpgesteld
Onder de volgende omstandigheden kan de camera mogelijk niet
scherpstellen. Vergrendel in dat geval de scherpstelling op een voorwerp
dat zich op dezelfde afstand bevindt als het onderwerp (door de ontspanknop
tot halverwege in te drukken), richt de camera op het onderwerp en druk
de ontspanknop helemaal in.
• Elementen met weinig contrast, zoals een blauwe hemel of een witte muur
• Donkere plaatsen of voorwerpen, dan wel omstandigheden waarin weinig
tot geen licht wordt weerkaatst
• Horizontale lijnen of fijne patronen
• Snel bewegende voorwerpen
• Een voorwerp op de voorgrond en een op de achtergrond in dezelfde
opname
• Sterk weerkaatst licht of sterk tegenlicht (lichte achtergrond)
70