Onderhoud
aandrijfsysteem
De tractieaandrijving
afstellen voor de
neutraalstand
De machine mag niet kruipen als het tractiepedaal
niet is ingetrapt. Als de machine kruipt, moet u de
tractieaandrijving als volgt afstellen:
1.
Parkeer de machine op een horizontaal
oppervlak, zet de motor af en laat de
maai-eenheden neer op de grond.
2.
Krik de machine op tot alle banden vrijkomen
van de grond; raadpleeg
(bladz.
52). Zorg ervoor dat de machine steunt
op de rustpunten van de krik om te voorkomen
dat de machine per ongeluk valt.
3.
Draai de borgmoer op de afstelnok van de
tractie, rechts van de hydrostaat, los
Figuur 82
1. Borgmoer
De machine opkrikken
(Figuur
82).
g004147
2. Afstelnok voor tractie
WAARSCHUWING
De motor moet lopen zodat u de laatste
afstelling van de afstelnok van de tractie
kunt uitvoeren. Dit kan lichamelijk letsel
veroorzaken.
Houd uw gezicht, handen, voeten en
andere lichaamsdelen uit de buurt van de
geluiddemper, andere hete onderdelen
van de motor en draaiende onderdelen.
4.
Draai het contactsleuteltje op A
motor en draai de zeskantige moer van de nok in
een van beide richtingen tot de wielen stoppen
met draaien.
5.
Draai de borgmoer vast om de afstelling te
borgen.
6.
Draai het contactsleuteltje op U
assteunen en laat de machine neer op de grond.
7.
Maak een proefrit met de machine om er zeker
van te zijn dat deze niet kruipt.
Toespoor achterwielen
afstellen
Onderhoudsinterval: Om de 800 bedrijfsuren
1.
Draai het stuurwiel zodanig dat de achterwielen
recht naar voren wijzen.
2.
Draai de contramoeren aan de uiteinden van de
trommel van de tractiestang los
Opmerking:
met de groef op de buitenkant heeft een linkse
draad.
1. Sleutelsleuf
2. Spoorstang
61
, start de
AN
, verwijder de
IT
(Figuur
Het uiteinde van de trekstang
Figuur 83
3. Contramoer
83).
g031686