Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Metro Therm SHB 20 Installatie- En Bedieningshandleiding pagina 80

Inhoudsopgave

Advertenties

MENU 5.3 - INSTELLINGEN ACCESSOIRE
De bedrijfsinstellingen voor accessoires die geïnstalleerd
en geactiveerd zijn, worden verricht in de daarvoor bedoel-
de submenu's.
MENU 5.3.2 - SHUNTGESTUURDE BIJVERW.
(ACCESSOIRE VEREIST)
bijverwarming voorrang
Instelbereik: aan/uit
Fabrieksinstelling: uit
start diff. bijverwarming
Instelbereik: 0 – 2000 GM
Standaardwaarde: 400 GM
minimale looptijd
Instelbereik: 0 – 48 u
Standaardwaarde: 12 u
min. temp.
Instelbereik: 5 – 90 °C
Standaardwaarde: 55 °C
mengklep versterker
Instelbereik: 0,1 –10,0
Standaardwaarde: 1,0
mengklep stap vertraging
Instelbereik: 10 – 300 s
Standaardwaarde: 30 s
Stel hier de minimale looptijd en de minimale tempera-
tuur in voor het starten van de externe bijverwarming met
shunt, zoals een hout-/olie-/gas-/pelletgestookte ketel.
U kunt de versterking van de shuntklep en de wachttijd van
de shuntklep instellen.
Als u "bijverwarming voorrang" kiest, wordt de warmte van
de externe bijverwarming gebruikt in plaats van die van de
warmtepomp. De shuntklep wordt net zo lang geregeld als
er warmte beschikbaar is, anders wordt de shuntklep ge-
sloten.
TIP
Raadpleeg de installatie-instructies voor het ac-
cessoire voor een beschrijving van de werking.
MENU 5.3.3 - EXTRA KLIMAATSYSTEEM
(ACCESSOIRE VEREIST)
gebruik in verwarmingsstand
Instelbereik: aan/uit
Fabrieksinstelling: aan
gebruik in koelstand
Instelbereik: aan/uit
Fabrieksinstelling: uit
80
Hoofdstuk 9 | Controle
mengklep versterker
Instelbereik: 0,1 – 10,0
Standaardwaarde: 1,0
mengklep stap vertraging
Instelbereik: 10 – 300 s
Standaardwaarde: 30 s
Reg. pomp GP10
Instelbereik: aan/uit
Fabrieksinstelling: uit
Hier selecteert u het klimaatsysteem (2 - 8) dat u wilt in-
stellen.
gebruik in verwarmingsstand: Als de warmtepomp voor
koeling is aangesloten op een of meer klimaatsystemen,
kan daarin condensatie optreden. Controleer of "gebruik
in verwarmingsstand" is geselecteerd voor het/de kli-
maatsys-te(e)m(en) dat/die niet is/zijn afgestemd op koe-
len. Deze instelling houdt in dat de subshunt voor de extra
klimaatsys-temen sluit als de koeling geactiveerd is.
gebruik in koelstand: Selecteer "gebruik in koelstand" voor
klimaatsystemen die zijn afgestemd op het hanteren van
koelen. Voor koelen met 2 leidingen kunt u zowel "gebruik
in koelstand" als "gebruik in verwarmingsstand" selecteren,
terwijl voor koelen met 4 leidingen u slechts één optie kunt
selecteren.
AANDACHT
Deze instellingsoptie verschijnt alleen als de
warmtepomp is geactiveerd voor het koelen.
mengklep versterker, mengklep stap vertraging: Hier
kunt u de shuntversterking en shuntwachttijd instellen
voor de verschillende extra klimaatsystemen die zijn geïn-
stalleerd.
Reg. pomp GP10: Hier kunt u de snelheid van de circula-
tie-pomp handmatig instellen.
Raadpleeg de installatie-instructies voor het accessoire
voor een beschrijving van de werking.
SHB20

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave