GEBRUIK EN BELANGRIJKE RIJ-INFORMATIE
1
1. Achterremhendel
2. Startknop
3. Voorremhendel
5
OPMERKING:
Als de motor niet wil starten, laat dan de
startknop los, wacht een paar seconden en
probeer het dan opnieuw. Iedere startpo-
ging moet zo kort mogelijk duren om de
accu te sparen. Laat de startmotor nooit lan-
ger dan 5 seconden aaneen draaien.
LET OP:
Trek nooit snel op terwijl de motor nog
koud is, dit verkort de levensduur van de
motor!
Wegrijden
2
3
1. Houd met uw linkerhand de achter-
remhendel ingedrukt, houd met uw
rechterhand de rechterhandgreep vast
en duw de scooter van de middenbok
af.
1. Handgreep
2. Ga schrijlings op het zadel zitten en
stel de achteruitkijkspiegels af.
3. Zet de richtingaanwijzers aan.
4. Controleer op tegemoetkomend ver-
DCA11040
keer en draai voorzichtig aan de gas-
greep (rechts) om weg te rijden.
5. Schakel de richtingaanwijzers uit.
DAU45091
1
5-2
Sneller en langzamer rijden
ZAUM0199
De rijsnelheid wordt geregeld door de gas-
greep open of dicht te draaien. Draai de
gasgreep richting (a) om sneller te gaan rij-
den. Draai de gasgreep richting (b) om lang-
zamer te gaan rijden.
DAU16780
(b)
(a)