6.
Instellen van de ontgrendelingsmodus (04)
De ontgrendelingsmodus kan ingesteld worden op 0 of 1. De standaard fabrieksinstelling is '0' (geopend).
0 = geopend (het relaiscontact sluit als de deur wordt ontgrendeld bv. elektrisch slot)
1 = gesloten (het relaiscontact opent als de deur wordt ontgrendeld bv. elektromagneet)
Voorbeeld: (de ontgrendelingsmodus moet ingesteld worden '1 (gesloten)')
1234
04
1
7.
Instellen van de geluidssignalen van het toetsenbord (05)
De geluidsignalen van het toetsenbord kunnen in- of uitgeschakeld worden. De standaard fabrieksinstelling is '0' (Aan), dit wil
zeggen dat men een signaal hoort bij elke toets die wordt aangeraakt.
0 = Aan (bij elke druk op het toetsenbord is er een geluidssignaal)
1 = Uit (bij elke druk op het toetsenbord is er geen geluidsignaal)
Voorbeeld: (het geluidssignaal van het toetsenbord uitschakelen '1')
1234
05
1
8.
Verwijderen van alle openingscodes (06)
Verwijderen van alle openingscodes in het codeklavier uitgezonderd van de mastercode. Wanneer de mastercode gewijzigd
is dient men hier in deze programmatie stap de originele mastercode terug in te geven om alle gebruikers te kunnen
verwijderen.
De mastercode wordt terug ingesteld op de standaard fabriekinstelling 1234.
Voorbeeld: (verwijderen van alle gebruikers in het codeklavier)
1234
06
1234
9.
Wijzigen van de drukknoppen # en * (07)
De drukknoppen '#' en '*' kunnen ingesteld worden als bevestiging en annuleer drukknop. De standaard fabriekinstelling is
'0'.
0 = # (bevestiging)
* (annuleer)
1 = # (annuleer)
* (bevestiging)
#
'Biep' signaal
#
'Biep' signaal
#
'Biep' signaal
#
'Biep' signaal
#
'Biep' signaal
#
'Biep' signaal
#
'Biep' signaal
#
'Biep' signaal
#
'Biep' signaal
15