Voorbeeld: (instellen als '1')
1234
07
1
10. Instellen van de bevestigingstoon bij de oproepknop (buitenpost) (08)
De confirmatietoon van de oproepknop kan ingeschakeld of uitgeschakeld worden. Bij de standaard fabrieksinstelling is de
confirmatietoon ingeschakeld '0'.
0 = Ingeschakeld (als de oproepknop wordt ingedrukt is er een beltoon hoorbaar)
1 = Uitgeschakeld (als de oproepknop wordt ingedrukt is er geen beltoon hoorbaar)
Voorbeeld: (de confirmatietoon uitschakelen '1')
1234
08
1
11. Instellen van de gevoeligheid van het codeklavier (09)
De gevoeligheid van het codeklavier kan ingesteld worden tussen 0-5. De standaard fabrieksinstelling is 2. Hoe hoger het
cijfer hoe hoger de gevoeligheid van het codeklavier wordt.
Voorbeeld: (de gevoeligheid van het codeklavier instellen op '3')
1234
09
3
12. Instellen van het volume van de microfoon (10)
Het volume van de microfoon kan ingesteld worden tussen 0-9. De standaard fabrieksinstelling is 7.
Tijdens een oproep kan het volume van de microfoon ook ingesteld worden van op het codeklavier door middel van de toets
1 om het volume te verhogen en door de toets 4 om het volume te verlagen.
Voorbeeld: (het volume van de microfoon instellen op '3')
1234
10
3
16
#
'Biep' signaal
#
'Biep' signaal
#
'Biep' signaal
#
'Biep' signaal
#
'Biep' signaal
#
'Biep' signaal
#
'Biep' signaal
#
'Biep' signaal
#
'Biep' signaal
#
'Biep' signaal
#
'Biep' signaal
#
'Biep' signaal