1.9.2
Bewaking TG MAG
Het monitoren van de oppervlaktetemperatuur is altijd van enorm belang op de volgende
gebieden, zie figuur 2:
Bij gebruik van TG MAG pompen in mogelijk explosieve zones moet de
temperatuur op het scheidingsvat (L2) permanent gemonitord worden (zie IM –
Controleer de temperatuursensor op het vat)
Verder adviseren we de oppervlaktetemperaturen op de lagerstoel (L3) en op het
voordeksel (L1) te controleren als een goede werking en de maximaal toelaatbare
oppervlaktetemperaturen nief kunnen worden afgedwongen door regelmatige
inspectie van de bediener. De temperatuurbewakingsapparatuur moet aan
de eisen van ATEX 114 voldoen.
L1
V1
Figuur 2 – Indicatie van bewakingsmogelijkheden en geadviseerde plaatsen
L1 – Oppervlaktetemperatuur van het pomphuis bij het voordeksel
L2 – Oppervlaktetemperatuur op het scheidingsvat
L3 – Oppervlaktetemperatuur bij de kogellagerzone van de lagerstoel
De maximaal toelaatbare oppervlaktetemperatuur van L1 en L2 verwijst naar TA.
De maximaal toelaatbare oppervlaktetemperatuur van L3 verwijst naar de maximum
temperatuur van de lagerstoel.
Aanvullende monitoring van vibraties kan nuttig zijn om te sterke vibraties te detecteren,
wat wijst op voegtijdig defect raken van de kogellagers of interne slijtage in de volgende
zones:
V1 – interne zones bij de voorzijde van de pomp
V2 – kogellagers bij de lagerstoel
Verder adviseren het vermogensverbruik van de aandrijfmotor te monitoren teneinde
slippen van de magnetische koppeling te detecteren bij het defect raken van de pomp
of indien het loslaatkoppel van de magnetisch koppeling.
A.0500.602 – Atex IM -TG G/H/MAG/SRT/08.00 NL (01/2021)
L2
L3
V2
11