Samenvatting van Inhoud voor Johnson Pump SPX Flow TopGear MAG
Pagina 1
G E B R U I K E R S H A N D L E I D I N G TopGear MAG M AG N E T I S C H A A N G E D R E V E N I N T E R N E TA N D W I E L P O M P E N V E R TA L I N G VA N D E O O R S P R O N K E L I J K E G E B R U I K E R S H A N D L E I D I N G A .
EG-Verklaring van overeenstemming Machinerichtlijn 2006/42/EG, Bijlage IIA Producent SPX Flow Technology Belgium NV Evenbroekveld 2-6 BE-9420 Erpe-Mere Belgium Hierbij verklaren wij dat TopGear MAG Magnetisch aangedreven tandwielpompen Types: TG MAG15-50 TG MAG23-65 TG MAG58-80 TG MAG86-100 TG MAG185-125 zowel geleverd met als zonder aandrijving, in overeenstemming zijn met de bepalin- gen van Machinenrichtlijn 2006/42/EG, Bijlage I.
1.0 Inleiding Algemeen Deze gebruiksaanwijzing bevat belangrijke informatie over de TopGear-reeks en moet aandachtig gelezen worden voordat u de pomp installeert, in bedrijf stelt of onderhoudt. De handleiding moet gemakkelijk toegankelijk zijn voor de gebruiker. Belangrijk! De pomp mag niet worden gebruikt voor andere doeleinden dan deze waarvoor ze is aanbevolen en verkocht, zonder uw lokale verdeler te raadplegen.
Veiligheid 1.3.1 Algemeen Personeel met een pacemaker mag niet werken met de magnetische koppeling! Het magnetisch veld is sterk genoeg om de werking van de pacemaker te beïnvloeden. Een veilige afstand is 3 meter! Belangrijk! De pomp mag zonder uw lokale verdeler te raadplegen niet worden gebruikt voor andere doeleinden dan deze waarvoor ze is aanbevolen en verkocht.
1.3.2 Pompgroepen 1.3.2.1 Pompgroep transport Gebruik een werkplaatskraan, heftruck of andere aangepaste hefwerktuigen. Vergrendel de kabels rond de pomp Als er hefringen zijn zowel op de pomp Waarschuwing vooraan en achteraan de motor. Zorg als op de motor kunnen de kabels hier- Hef de pomp nooit op aan slechts er voor dat de belasting is uitgebalan- aan bevestigd worden.
1.3.2.3 Voor de ingebruikname van de pompgroep Lees de handleiding van de pomp voor de bediening en de veiligheid. Zorg dat de installatie correct is uitgevoerd in overeenstemming met de de handleiding van de pomp. Controleer de uitlijning van de assen van de pomp en de motor. De uitlijning kan gewijzigd zijn door het transport, heffen en door het monteren van de pompgroep.
2.0 Beschrijving van de pomp TopGear MAG-pompen zijn roterende verdringerpompen met inwendige tandwielen. Zij zijn ver- vaardigd uit gietijzer of roestvrij staal. TG MAG-pompen worden samengesteld uit modulaire elementen die een grote verscheidenheid aan bouwvormen toelaten: Verschillende uitvoeringen van de magneetkoppeling, verwarmings-/koelmogelijkheden, meerdere glijlagers, materiaal voor tand- wielen en assen en de gemonteerde veiligheidsklep.
58-80 7. Materialen voor rondselbus en rondsel SG Rondselbus uit gehard staal met rondsel uit gietijzer CG Rondselbus uit koolstof met rondsel uit gietijzer BG Rondselbus uit brons met rondsel uit gietijzer HG Rondselbus uit keramiek met rondsel uit gietijzer SS Rondselbus uit gehard staal met rondsel uit staal CS Rondselbus uit koolstof met rondsel uit staal BS Rondselbus uit brons met rondsel uit staal...
3.0 Algemene informatie en technische gegevens Standaard pomponderdelen Uitwendige magnetische Tussendeksel rotor Bovendeksel Pompas Lagerstoel Inwendige magnetische rotor Rotorlager opstelling Rondseltap Scheidingsbus deksel Rondseltap Rotoras Pomphuis Pompdeksel Tussendeksel Werkingsprincipe Bij het uiteenlopen van de tanden van de rotor en het rondsel wordt een onderdruk gecreëerd.
3.2.1 Zelfaanzuigende werking TopGear-pompen zijn zelfaanzuigend wanneer er voldoende vloeistof aanwezig is in de pomp om de spelingen en de dode ruimten tussen de tanden op te vullen. (Zie voor de zelfaanzuigende werking eveneens het hoofdstuk 3.18.5.2 Leidingen). 3.2.2 Veiligheidsklep - Werkingsprincipe Het verdringingsprincipe vereist de plaatsing van een veiligheidsklep om de pomp te beveiligen tegen overdruk.
Hoofdkenmerken De pompgrootte wordt weergegeven door middel van het verplaatst volume per 100 omwentelingen uitgedrukt in liter (of dm ) maar afgerond, gevolgd door de nominale aansluitdiameter uitgedrukt in millimeter. p.maw p.test (bar) (bar) ∆p TG MAG Vs-100 n.max n.mot Q.th Q.th pompgrootte...
Geluidsniveau 3.7.1 Geluidsniveau van een pomp zonder aandrijving Geluidsdrukniveau (L )De volgende tabel geeft een overzicht van het A-gewogen geluidsdruk- niveau L uitgezonden door een pomp zonder aandrijving, gemeten in overeenstemming met ISO3744 en uitgedrukt in decibel dB(A). De referentie geluidsdruk is 20 µPa. De waarden zijn afhankelijk van de plaats van waaruit men meet, en zijn daarom gemeten vooraan de pomp op een afstand van 1 meter van het pompdeksel, en zijn gecorrigeerd voor achtergrondlawaai en weerkaatsingen.
3.7.3 Invloeden Het echte geluidsniveau van de pompgroep kan om verschillende redenen afwijken van de hierboven genoteerde waarden. • De productie van lawaai daalt als heel visceuze vloeistoffen verpompt worden door de ver- beterde smering en dempende eigenschappen. Bovendien verhoogt het weerstandskoppel van het rondsel door de hogere vloeistofwrijving, wat resulteert in een lagere vibratie-amplitude.
3.10.2 Maximale temperatuur van de inwendige onderdelen Voor sommige materiaalcombinaties moeten de algemene temperatuurprestaties beperkt worden. De maximaal toelaatbare werktemperatuur van de inwendige onderdelen is afhankelijk van de gebruikte materiaalcombinatie, hun thermische uitzetting en van de perspassing om de lagerbus bevestigd te houden.
3.11 Massatraagheidsmoment Buitenonderdelen Binnenonderdelen: Binnenonderdelen Rondsel Rotoras Axiaallager van de rotor Asbus Inwendige magnetische rotor Buitenonderdelen: Pompas Uitwendige buitenrotor Massatraagheidsmoment J [ 10 x kgm TG MAG Buitenonderdelen per lengte van de magneten Binnenonderdelen per lengte van de magneten type 40/60 40/60 15-50...
De code ‘‘1’’ staat altijd voor ‘‘normaal’’, waarvoor geen speciale behandeling is voorzien. De nummers aangegeven in de tabellen hieronder zijn de gemiddelde waarden in micron (µm). Radiale speling op buitendiameter van rotor en rondsel – Axiale speling op pompdeksel Pompgrootte CO (µm) C1 (µm)
3.16 Onderdelen van de magneetaandrijving 3.16.1 Magnetische koppeling De magnetische koppeling brengt het koppel over van de aandrijvingsmotor naar de rotoras. De opstelling van de magnetische koppeling vervangt een dynamische asafdichting en maakt de pomp 100 % lekvrij. De magnetische koppeling bestaat uit de volgende onderdelen: Magnetische buitenrotor Scheidingstrommel Magnetische binnenrotor...
Het materiaal van de magneten en de vereiste lengte van de magneten moet verkozen worden in functie van de bedrijfsvoorwaarden en van de maximaal toelaatbare temperatuur. Neem contact op met Johnson Pump voor de correcte dimensionering van de magnetische koppeling. Materiaal voor de onderdelen van de magnetische koppeling Magnetische binnenrotor: roestvrij staal 1.4571...
De axiaallager achteraan is gemonteerd in de naaf voor de magnetische binnenrotor, en de axiaallager vooraan maakt eigenlijk deel circulatiepomp die de magneetaandrijving voorziet van smering en koeling. Materialen voor de rotorlager opstelling Metalen onderdelen: 1.4460 / duplex staal Asbus: siliciumcarbide Axiaal lageroppervlakken: siliciumcarbide...
3.17 Veiligheidsklep Voorbeeld: V 35 - G 10 H 1. Veiligheidsklep = V 2. Typeaanduiding = inlaatdiameter (in mm) Grootte van de veiligheidsklep voor TG MAG 15-50, TG MAG 23-65 Grootte van de veiligheidsklep voor TG MAG 58-80 Grootte van de veiligheidsklep voor TG MAG 86-100, TG MAG 185-125 3.
3.17.1 Definitie en werkingsprincipe De veiligheidsklep gebouwd bovenaan de TopGear-pompen is ontworpen om de pomp te beveiligen tegen overdruk Het beperkt de differentiële druk (of de werkdruk) van de pomp. Het is een veiligheidsklep onder veerdruk die snel opent door te knallen als de werkdruk stijgt tot de insteldruk waarvoor de veer is ingesteld op voorhand.
3.17.5 Veiligheidsklep -Relatieve instelling In de fabriek werd de standaard drukinstelling uitgevoerd. Opmerking! Let er op dat bij het testen van de veiligheidsklep gemonteerd op de pomp , dat de druk nooit de insteldruk van de klep + 2 bar overschrijdt. Ga als volgt te werk om de standaard openingsdruk te wijzigen: 1.
3.17.6.2 Verwarmd veerhuis 7041 Pos. Beschrijving Preventie Revisie 7041 Verwarmd veerhuis 3.18 Installatie 3.18.1 Algemeen Deze handleiding geeft basisinstructies die in acht moeten genomen worden bij de installatie van de pomp. Daarom is het belangrijk dat deze handleiding gelezen wordt door het verantwoordelijk personeel vooraleer over te gaan tot het monteren, en dat ze nadien beschikbaar blijft op de plaats van de installatie.
3.18.2 Locatie 3.18.2.1 Korte aanzuigleiding Plaats de pomp/pompgroep zo dicht mogelijk bij de vloeistofbron en indien mogelijk onder het op- slagniveau van de vloeistof. Hoe beter de aanzuigvoorwaarden, hoe beter de prestaties van de pomp. Zie eveneens paragraaf 3.18.5.2 Leidingen. 3.18.2.2 Toegankelijkheid Er moet voldoende ruimte blijven rond de pomp/pompgroep voor grondige inspectie, voor het isoleren van de pomp en voor het onderhoud.
3.18.2.5 Stabiliteit FundamentDe pompgroep moet geïnstalleerd worden op een basisplaat of op een raam dat precies waterpas staat op de fundatie. De fundatie moet hard, waterpas, vlak en trillingsvrij zijn om een correcte uitlijning van de pomp en aandrijving te garanderen tijdens de werking. Zie eveneens paragraaf 3.18.7 Richtlijnen voor samenbouw en paragraaf 3.18.7.6 Koppeling van de as.
3.18.4 De draaizin 3.18.4.1 Draaizin voor een pomp zonder veiligheidsklep De draaizin bepaalt welke poort van de pomp de zuigzijde is en welke de perszijde. Het verband tussen de draaizin en de aanzuig-/perszijde wordt aangegeven op het plaatje met de draaizinpijl, dat bevestigd is aan het bovendeksel van een pomp zonder veiligheidsklep.
Opmerking! De draaizin wordt altijd bekeken vanaf het aseinde naar de pomp toe. De draaizin moet steeds aangegeven worden op de bestelling voor een TG MAG pomp: • “R” voor draaizin in uurwijzerzin (linkse afbeelding boven) (zie ook 2.1 Typeaanduiding) •...
3.18.5.2 Leidingen • Gebruik leidingen met dezelfde of grotere diameter van de aansluitpoorten van de pomp en met de kortst mogelijke lengte. • De leidingdiameter moet berekend worden in functie van de vloeistofparameters en de installa- tieparameters. Indien noodzakelijk gebruik grotere diameters om het drukverlies te beperken. •...
3.18.5.4 Zeef Vreemde delen kunnen de pomp ernstig beschadigen. Vermijd het binnenkomen hiervan door het plaatsen van een zeef. • Bij de keuze van een zeef moet men aandacht besteden aan de grootte van de openingen zodat de drukverliezen minimaal blijven. De doorstroomoppervlakte van de zeef moet driemaal groter zijn dan deze van de aanzuigleiding.
T-mantel op pompdeksel 2xCf 2xCf 3. Mantel op pompdeksel Bij gebruik van stoom moet de toevoer bovenaan verbonden worden en de terugvoerleiding onderaan, zodat het condensaat kan afgevoerd worden langs de laagste leiding. Bij het gebruik van een vloeistof zijn de plaatsen niet van belang. Wanneer een aftapstop Bh voorzien is, kan deze ook gebruikt worden als aftapleiding.
Stroomonderbreker Installeer een stroomonderbreker zo dicht mogelijk bij de machine voor het veilig werken aan de pomp. Het is ook aan te bevelen om een stroomverliesschakelaar te plaatsen. De schakelapparatuur moet in overeenstemming zijn met de geldende voorschriften, zoals vastgelegd in de norm EN 60204-1. Motor overbelastingsbeveiliging Om de motor tegen overbelasting en kortsluiting te beveiligen moet een thermische of thermo- magnetische stroomonderbreker ingebouwd worden.
Plaats een meetlat (A) op de koppeling. Verwijder of voeg zoveel afstelringen toe als nodig om de elektrische motor op de correcte hoogte te brengen, zodat de meetlat de beide helften van de koppeling over de hele lengte aanraakt, zie figuur 4. Herhaal dezelfde controle op de beide helften van de koppeling ter hoogte van de as.
3.19 Instructies voor de opstart 3.19.1 Algemeen De pomp kan in dienst worden genomen wanneer alle voorzieningen beschreven in hoofdstuk 3.18 Installatie getroffen zijn. • Vóór de ingebruikstelling moeten de verantwoordelijke bedieners volledig geïnformeerd zijn over de juiste bediening van de pomp/pompgroep en de veiligheidsinstructies. Deze gebruiksaanwij- zing moet steeds ter beschikking staan van het personeel.
3.19.4 Checklijst - Eerste opstart Na een grondig onderhoud, of wanneer de pomp voor het eerst in dienst genomen wordt (eerste opstart) moet de volgende checklijst nauwkeurig in acht genomen worden: Aanvoer- en afvoerleiding c Aanvoer- en afvoerleiding zijn gereinigd. c Aanvoer- en afvoerleiding zijn gecontroleerd op lekken.
3.19.6 Stilstand Wanneer de pomp uit dienst moet worden genomen moet de volgende procedure in acht genomen worden: c Zet de motor af. c Sluit de leidingen van het verwarmings-/koelcircuit indien van toepassing. c Wanneer het stollen van de vloeistof moet vermeden worden, reinig dan de pomp terwijl het product nog steeds vloeibaar is.
3.20 Het opsporen van de fout Symptoom Oorzaak Oplossing Geen stroming Te grote aanzuighoogte • Reduceer het hoogteverschil tussen de pomp en het aanzuig- De pomp zuigt reservoir. niet aan • Vergroot de diameter van de aanzuigleiding. • Reduceer de lengte van de aanzuigleiding en pas de aanzuig- leiding aan (gebruik zo weinig mogelijk bochten en andere stukken).
Pagina 43
Symptoom Oorzaak Oplossing Niet genoeg debiet De vloeistof stroomt terug naar de aanzui- 21 • Controleer/ corrigeer de montage van de opstelling van de ging over de magnetische koppeling. circulatiepomp • Controleer/ corrigeer de axiale speling van de circulatiepomp en de achterkant van de rotor Pomp maakt te veel Pompsnelheid te hoog 22 •...
Symptoom Oorzaak Oplossing Lek in de pomp O-ringen, afdichtingsringen of pakking 41 • Controleer de staat van de O-ringen en monteer deze op een beschadigd of fout gemonteerd correcte manier of vervang ze • Controleer de staat van de dichtingoppervlakken en maak ze schoon of vervang ze •...
3.21.2.2 Werktuigen Gebruik voor onderhoudswerkzaamheden en herstellingen enkel werktuigen die technisch geschikt zijn en die zich in goede staat bevinden. Gebruik ze ook op de juiste manier. Voor onderhoudswerk- zaamheden op de magneetaandrijving dient u bij voorkeur werktuigen te gebruiken die gemaakt zijn uit niet-magnetisch materiaal.
• Voor vloeistoffen die bij omgevingstempera- 2x Be tuur stollen of zeer viskeus worden wordt de pomp onmiddellijk na het stilleggen het best geledigd door ze van de leidingen los te koppelen. Draag steeds een veiligheidsmas- ker en handschoenen. • Bescherm uzelf met een beschermende kap.
3.21.3.4 Filter of aanzuigzeef Elke filter of aanzuigzeef onderaan de aanzuigleiding moet regelmatig gereinigd worden. Opmerking! Een verstopte filter in de aanzuigleiding kan resulteren in onvoldoende zuigdruk aan de inlaat. Een verstopte filter in de uitlaatleiding kan resulteren in een hogere uitlaatdruk. 3.21.3.5 Wentellagers TG MAG-pompen zijn uitgerust met 2RS kogellagers die reeds met vet gevuld zijn voor de gehele levensduur.
Pagina 48
Ga als volgt te werk voor het instellen van de axiale speling: 1. Maak de tapbouten (0040) overhoeks los en haal ze er uit. 2. Gebruik twee tapbouten (0040) in de geschroefde gaten op het pompdeksel (4000) om er het deksel (4000) af te duwen.
3.21.7 Aanduiding van de schroefdraadaansluitingen Om duidelijk te maken welk afdichtingstype voor de schroefdraadaansluitingen is voorzien duiden we hen als volgt aan, in overeenstemming met de ISO 7/1 en ISO 228/1 standaarden. 3.21.7.1 Schroefdraadaansluiting Rp (voorbeeld Rp 1/2) Als geen afgevlakt dichtingsvlak is voorzien noemen we de aansluiting Rp in overeenstemming met ISO 7/1.
4.0 Instructies voor montage en demontage Algemeen Een onvolledige of slechte montage en demontage kan aanleiding geven tot een slecht werkende pomp, hoge herstellingskosten en langdurige buitenwerking stelling. Neem contact met uw lokale verdeler voor informatie. Demontage en montage mogen enkel uitgevoerd worden door opgeleid personeel. Dergelijk perso- neel moet vertrouwd zijn met de pomp en onderstaande instructies volgen.
4.2.2 Demontage van het bovendeksel (0100) of de veiligheidsklep 1. Maak de tapbouten (1080) overdwars los en haal ze er uit. 2. Neem het bovendeksel (0100) of de veiligheidsklep 1080 weg. 3. Verwijder de dichting (1090) en reinig de dichting- 0100 oppervlakken op het pomphuis (0010) en het bovendeksel (0100) of de veiligheidsklep.
4.2.4 Demontage van de volledige pompas 1. Verwijder de spie (1570) uit de pompas. 2. Verwijder het segment voor de afdichting (1490) uit het lagerstoel (zie de tekening). 1570 8640 Piercer 1490 Schroeven- draaier 0702 1540 8320 3. Verwijder de circlip (8640) uit de achterkant van de as. 4.
4.2.6 Demontage van de scheidingsbus 1. Maak de kopschroeven (8210) overdwars los en haal ze er uit. 8200 2. Gebruik twee kopschroeven (8210) 8210 in de geschroefde gaten van de flens om bus te verwijderen (8330). 8330 3. Neem er de O-ring (8200) uit. 8210 Pas op, zodat de magneet van de binnenrotor niet beschadigd wordt.
Pagina 54
4. Maak de twee sets schroeven (8520) los en haal ze uit de borgmoer (8510). 8310 5. Vergrendel de rotor as (0701) tegen het draaiendoor een koperen staaf tussen de rotortanden te duwen en maak de borgmoer (8510) en de schijfveer (8500) los en haal ze weg.
1450 Montage 1460 4.3.1 Montage van de lagerstoel 1440 1. Plaats de pompas (0702) vertikaal op de werkbank. 1430 2. Plaats het lagerdeksel (1430) over de pompas (0702). De gefreesde gaten moeten in de richting van de flens wijzen. 3. Monteer het kogellager (1440) op de pompas. Gebruik een buis en een plastic hamer en haal het lager via de binnenring van het lager voorzichtig over de pompas (0702), tot de binnenring van het lager...
Pagina 56
10. Monteer de kogellager acheteraan (1440) op de 8640 pompas (0702) door er een buis en een plastic hamer 1440 door te halen via de binnenring, tot het lager contact maakt met de circlip (8620). 0702 11. Plaats de circlip (8640) op de pompas (0702). 8620 12.
4.3.2 Voormontage van de back-pull-out 8480 4.3.2.1 Instellen van de axiale speling van de circulatiepomp 1. Plaats het vulplaatje van de pomp (8430) en de houder van het radiaallager (8350-C) in het tussendeksel (8450). 8350-C Gebruik geen afstelring (8470) in dit stadium. Opmerking: 8450 Er zijn twee verschillende vulplaatjes naargelang de...
6. Haal het vereiste aantal laagjes van de lager afstelring (8470) om de dikte van de afstelring S aan de vereiste waarde aan te passen. 8480 7. Maak de kopschroeven (8480) los en haal de houder van de radiaallager (8350-C) uit het tussendeksel (8450). 8.
Pagina 59
6. Plaats de spieën (8400) in de rotor as (0701). Zorg er voor dat de spieën (8400) (8350-B) tijdens de montage 8490 de asbus niet raken. 7. Pas de de houder van de axiaallager achteraan (8350-D) op de rotor as (0701). 8310 8.
4.3.3 Montage van de back-pull-out opstelling aan het pomphuis 1. Controleer dat de uitsparingen en de axiale draagvlakken van de O-ring zowel onbeschadigd als stofvrij zijn. 2. Breng een beetje vet aan op de O-ring (8130) en pas ze in de uitsparingen in 8130 het pomphuis (0010).
4. Pas de dikte van de afstelring (8100) aan door er het vereiste aantal laagjes er af te halen. 5. Plaats de afstelring (8100), steunring (8110) en O-ring (8120) op het pompdeksel (4000). 6. Plaats het rondsel (0600) samen met lagerbussen op de rondseltap. 7.
4.3.6 Montage van de lagerstoel 1. Plaats de pomp vertikaal op de werkbank, met de schei- dingsbus (8330) naar boven gericht. Oogbout 2. Schroef de 4 leipennen (werktuig) in de geschroefde gaten 1410 van de kopschroeven (1410). 3. Schroef een oogbout vast in het aseind van de pompas 0702 (0702).
6.0 Maattekeningen TG MAG15-50 tot 185-125 pompen 4 x Ø vd ISO/R775 TG MAG 15-50 23-65 58-80 86-100 185-125 G 1/4 G 1/4 G 1/2 G 1/2 G 1/2 G 1/8 G 1/8 G 1/8 G 1/8 G 1/8 G 1/4 G 1/4 G 1/4 G 1/4...
Mantels 6.3.1 S-mantels met schroefdraadaansluiting op het pompdeksel en het tussendeksel (SS) 2xBf 2xBl 6.3.2 T-mantels met flensaansluiting op het pompdeksel en het tussendeksel (TT) 2xCf 2xCf 6.3.3 Mantels met schroefdraadaansluitingen op het pompdeksel en zonder mantels op het tussendeksel (SOC) Mantels met flensaansluitingen op het pompdeksel en zonder mantels op het tussendeksel (TOC) 6.3.4...
Afmetingen van de mantels TG MAG Mat. 15-50 23-65 58-80 86-100 185-125 G / R G 1/4 G 1/4 G 3/8 G 3/8 G 3/8 G / R G 1/8 G 1/8 G 1/8 G 1/8 G 1/8 G / R G 1/4 G 1/4 G 1/4...
6.4.2 Verwarmde veiligheidsklep TG MAG15-50 TG MAG23-65 TG MAG58-80 TG MAG86-100 TG MAG185-125 TG MAG Mat. 15-50 23-65 58-80 86-100 185-125 G / R G 1/2 G 1/2 G 1/2 G 1/2 G 1/2 G / R G / R G / R G / R 59.5...
Pagina 73
NOTES A.0500.552 – IM-TGMAG/04.03 NL (01/2017)
Pagina 74
NOTES A.0500.552 – IM-TGMAG/04.03 NL (01/2017)
Pagina 75
NOTES A.0500.552 – IM-TGMAG/04.03 NL (01/2017)
Pagina 76
TopGear MAG M AG N E T I S C H A A N G E D R E V E N I N T E R N E TA N D W I E L P O M P E N S PX F LOW T E C H N O LO GY B E LG I U M N V Evenbroekveld 2-6 BE-9420 Erpe-Mere, Belgium...