[Pincode voor Beveiligd afdrukken]
Stelt een pincode in voor veilig afdrukken.
[Altijd gebruikersgegevens bevestigen bij Beveiligd afdrukken]
Toont het dialoogvenster [Pincode bevestigen] voor bevestiging of instelling van een naam voor de
afdrukgegevens, gebruikersnaam en pincode tijdens het beveiligd afdrukken.
[Gebruikersnaam bevestigen bij afdrukken]
Toont het dialoogvenster [Gebruikersnaam bevestigen] voor het bevestigen of instellen van een
gebruikersnaam tijdens het afdrukken.
[Eerder opgegeven gegevens weergeven bij bevestigen]
Geeft automatisch bevestigingsdialoogvensters weer met de gebruikersnaam en de pincode die u het laatst
invoerde.
[Beheer gebruikersnaam]/[Instellingen voor standaardwaarde] > Dialoogvenster [Beheer
gebruikersnaam]/[Instellingen voor standaardwaarde]
Stelt u in staat om de standaardinstellingen voor de gebruikersnaam en de pincode te configureren.
[Naam om als Gebruikersnaam in te stellen]
Hiermee kunt u uw Windows-loginnaam, computernaam of elke andere gewenste naam opgeven als
gebruikersnaam.
[Pincode voor Beveiligd afdrukken]
Stelt een pincode in voor beveiligd afdrukken.
[Altijd gebruikersgegevens bevestigen bij Beveiligd afdrukken]
Toont het dialoogvenster [Pincode bevestigen] voor bevestiging of instelling van een naam voor de
afdrukgegevens, gebruikersnaam en pincode tijdens het beveiligd afdrukken.
[Gebruikersnaam bevestigen bij afdrukken]
Toont het dialoogvenster [Gebruikersnaam bevestigen] voor het bevestigen of instellen van een
gebruikersnaam tijdens het afdrukken.
[Wijzigingen in gebruikersnaam niet toegestaan]
Hiermee worden wijzigingen in de gebruikersnaam voorkomen in het dialoogvenster [Instellingen
gebruikersgegevens].
[Instelling [Instellingen gebruikersgegevens] - [Altijd gebruikersgegevens bevestigen bij Beveiligd
afdrukken] vastleggen]
Past de instelling [Altijd gebruikersgegevens bevestigen bij Beveiligd afdrukken] aan de instelling aan die is
ingesteld in het dialoogvenster [Instellingen voor standaardwaarde].
[Instelling [Instellingen gebruikersgegevens] - [Gebruikersnaam bevestigen bij afdrukken] vastleggen]
Past de instelling [Gebruikersnaam bevestigen bij afdrukken] aan de instelling aan die is ingesteld in het
dialoogvenster [Beheer gebruikersnaam] of [Instellingen voor standaardwaarde].
[Gebruikersbeheer]
Stelt het te gebruiken type authenticatiefunctie in.
[Instellingen] > Dialoogvenster [Instellingen afdelings-id/pincode]
Hiermee kunt u de gedetailleerde instelling configureren indien u [Beheer afdelings-id] selecteerde bij
[Gebruikersbeheer].
[Pincode instellen toestaan]
Hiermee kunt u de pincode of het wachtwoord instellen in dit dialoogvenster. In een gedeelde printeromgeving
moet u dit item deselecteren op de server als u de instellingen voor pincode of wachtwoord wilt uitschakelen op
de clientcomputers.
[Afdelings-id]
Stelt het afdelings-ID in dat werd ingesteld op het apparaat.
[Pincode]
Stelt een pincode in voor het afdelings-ID-beheer. Als de pincode niet werd ingesteld op het apparaat, laat u dit
vak leeg.
Instellingenlijst
151