Brandcontact
Op de besturing zijn twee aansluitpunten aanwezig waartussen een verbreek- of brandluscontact kan
worden aangesloten. Het verbreekcontact dat gebruikt wordt moet galvanisch gescheiden zijn van overige
delen van de installatie. De doorslagvastheid van deze scheiding moet groter zijn dan 3.7 kV.
Het gebruik van de brandlus wordt mogelijk gemaakt door het verwijderen van de brandlusjumper. Wordt in
dit geval tijdens bedrijf de brandlus verbroken dan zal de reactie hierop afhangen van de ingestelde
brandmode.
Met de switchcontacten 1 en 2
- Direct ontgrendelen bij brand - direct vergrendelen na brand.
- Wachten op ontgrendelcommando bij brand - direct vergrendelen na brand.
- Direct ontgrendelen bij brand - wachten op vergrendelen na brand.
- Wachten op ontgrendelcommando bij brand - wachten op vergrendelen na brand.
Zie pagina 11 voor de hiervoor te maken schakelaarinstellingen.
Signalering
Per bedienpunt zijn in de besturing twee potentiaalvrije relaisuitgangen beschikbaar voor signalering van de
bedrijfstoestand van het slot. De relaisuitgangen zijn bedoeld om indicatie lampen in een bedienpaneel aan
te sturen.
Wanneer hiervan wordt afgeweken omdat bijvoorbeeld een centraal signaleringssysteem wordt
gebruikt, dan moeten de delen van dit systeem die op de relaisuitgangen worden aangesloten
voldoen aan de eisen voor klasse II apparatuur (dubbel geïsoleerd).
De maximale belastbaarheid van de relaiscontacten bedraagt 1 Ampère bij 24Volt (AC/DC).
Het is niet toegestaan spanningen te schakelen hoger dan 50 Volt of stromen te schakelen groter
dan 1 Ampère.
De functies van de relaisuitgangen zijn als volgt:
-.
Relais 1 (contacten CM1, NO1 en NC1) geeft de stand van de nachtschoot weer.
-.
Relais 2 (contacten CM2, NO2 en NC2) geeft de deurstand weer.
Spanningsuitgang '12 Volt extern'
De 12 Volt spanningsuitgang is bedoeld als stroomvoorziening voor signaleringslampen, BronTec, BR40,
BR31 of BR30. De maximaal af te nemen stroom bedraagt 300 mA.
Tijdinstellingen
Op de besturingsprint bevinden zich twee instelpotmeters voor instelling van diverse vertragingstijden. De
tijden die ingesteld kunnen worden zijn de volgende:
Vergrendelvertraging:
Wanneer het slot ontgrendeld is, wordt gewacht op het openen van de deur. De maximale wachttijd is
instelbaar van ca. 0 tot ca. 10 seconden. Is de deur na afloop van de wachttijd niet geopend dan zal het slot
weer vergrendeld worden.
Deurcontactvertraging:
Wanneer een geopende deur wordt gesloten zal na afloop van de ingestelde vertragingstijd het slot
vergrendeld worden. Deze wachttijd is nodig omdat het reedcontact een fractie eerder sluit dan het tijdstip
waarop de juiste deurpositie voor vergrendelen bereikt is. Deze tijd is per deur instelbaar van 0 tot ca. 2
seconde.
BRONDOOL - BRUNINGSWEG 11 - 6827 BM ARNHEM - TEL +31 (0)26 36 11 220
zijn de volgende brandmodes te selecteren:
inbouw- en montagevoorschriften Brondool sloten 4200 november 2007
9