Het derde raster wordt afgedrukt.
Belangrijk
Open het bedieningspaneel niet terwijl een afdruktaak wordt uitgevoerd.
7.
Kijk naar het derde raster en pas vervolgens de positie van de printkop
aan.
(1)
Tik op a om de afgedrukte rasters te controleren en tik in kolom a op
het nummer van het raster met de minst waarneembare horizontale
strepen.
Opmerking
Als het moeilijk is het beste raster te kiezen, kiest u de instelling waarbij de
horizontale strepen het minst duidelijk zichtbaar zijn.
(G)
Minst duidelijk zichtbare horizontale strepen
(H)
Duidelijkst zichtbare horizontale strepen
(2)
Herhaal de procedure totdat u het rasternummer voor de kolommen b
tot en met h hebt ingevoerd en tik vervolgens op OK.
De handmatige aanpassing van de printkoppositie is voltooid.
210