Om de machine van stroom te voorzien, zet u de buitenste handgreep van de scheidingsschakelaar in de
stand ON (aangegeven met "I").
Het display aan boord van de machine gaat alleen aan als de fasesequentie correct is (uit te voeren controle
tijdens de eerste inwerkingstelling).
Wacht tussen een uitschakeling en de daarop volgende inschakeling minimaal 1 minuut.
7 AANWIJZINGEN VOOR DE GEBRUIKER
Noteer de identificatiegegevens van de unit zodat u deze kunt verstrekken aan het servicecentrum in geval
van een verzoek om interventie.
De op de machine aangebrachte identificatieplaat vermeldt de technische en prestatiegegevens
van de apparatuur.
Vraag in geval van manipulatie, verwijdering of beschadiging ervan, een duplicaat aan bij de
Technische Dienst.
De manipulatie, de verwijdering en de beschadiging van de identificatieplaat bemoeilijkt de
installatie, het onderhoud en de bestelling van reserveonderdelen.
Het is raadzaam om de interventies die op de unit worden uitgevoerd bij te houden, dit zal eventuele
probleemoplossing vergemakkelijken.
In geval van storing of slechte werking handelt u als volgt:
• verifieer het soort alarm om door te geven aan het servicecentrum;
• wend u tot een erkend servicecentrum;
• schakel onmiddellijk de unit uit zonder het alarm te resetten indien het servicecentrum hierom
vraagt;
• maak gebruik van originele reserveonderdelen.
8 UITSCHAKELINGEN VOOR LANGE PERIODES
De manier waarop het systeem wordt uitgeschakeld, is afhankelijk van de plaats van toepassing en van de
tijd die het systeem naar verwachting stilstaat. Als het apparaat is uitgerust met een antivriessysteem blijft
het antivriessysteem, zelfs wanneer de unit is uitgeschakeld (stand "off" van het systeem aan boord van de
unit), in bedrijf als de continuïteit van de elektrische voeding naar de apparaten is gegarandeerd. Indien
verwacht wordt dat het systeem voor een lange periode inactief zal blijven, is het aan te bevelen om het
systeem hydraulisch te ledigen, tenzij er voldoende glycol aanwezig is.
Om de unit volledig uit te schakelen na het legen van het systeem handelt u als volgt:
• Schakel de units uit met de schakelaar van elk apparaat op "OFF".
• Sluit de waterkranen
• Zet de differentieelschakelaar op "OFF" (als het stroomopwaarts van het systeem is geïnstalleerd).
Als de temperatuur onder nul daalt, bestaat er een ernstig risico op bevriezing: zorg voor een
mengsel van water en glycol in het systeem, laat anders het hydraulische systeem en de
hydraulische circuits van de warmtepomp leeglopen.
LET OP: de werking, zij het tijdelijk, is met een watertemperatuur lager dan +5°C niet
gegarandeerd op basis van de in paragraaf 12.4 vastgestelde limietwaarden. Voordat u de unit
na een lange periode van uitschakeling weer inschakelt, moet u er daarom voor zorgen dat de
temperatuur van het water- en glycolmengsel hoger is dan of minstens gelijk is aan +5°C.
9 ONDERHOUD EN PERIODIEKE CONTROLES
LET OP: Alle in dit hoofdstuk beschreven handelingen MOETEN ALTIJD WORDEN UITGEVOERD DOOR
GEKWALIFICEERD PERSONEEL. Voordat u werkzaamheden aan de unit uitvoert of de interne onderdelen
betreedt, dient u de stroomtoevoer te onderbreken. De compressorkoppen en de aanvoerleiding zijn
doorgaans zeer heet. Wees bijzonder voorzichtig wanneer u in de buurt van accu's werkt. Aluminium
6.1 INSCHAKELING UNIT
28