Regelparameters en functies
Het bereik tussen LIMIT↑ en LIMIT↓ is het geldige meetbereik.
De DULCOMETER
Meetingang
pH
Redox
„Hysterese" werkt in de richting van het opheffen van de grenswaardeoverschrijding.
De
D.w.z., wanneer de
een grenswaardeoverschrijding pas te vervallen bij het onderschrijden van pH 7,22. Het
hysteresegedrag voor een
hier bij de Limit↓ opgeteld). Bijv.,
voor een grenswaardeoverschrijding komt pas weer te vervallen bij het overschrijden van
pH 4,28.
9.5
Correctiewaarde tempera‐
tuur voor pH
De correctiewaarde compenseert de
invloed van de temperatuur van het
medium op de meetwaarde. De correctie‐
waarde is de temperatuur van het te
meten medium. De temperaturen van het
medium is van invloed op de pH-waarde
die u wilt meten.
78
Compact regelaar beschikt over een vaste
®
„Limit↑" van bijv. pH 7,5 is overschreden komt het criterium voor
„Limit↓" werkt op dezelfde manier (de hysteresewaarde wordt
„Limit ↓" pH 4,00; hysterese pH 0,28: het criterium
Hysterese
0,28 pH
20 mV
Bedrijfsmodi
[off] : Er vindt geen temperatuurcom‐
n
pensatie plaats.
–
Voor metingen waarbij geen tem‐
peratuurcompensatie nodig is.
[auto] : De
n
DULCOMETER
analyseert het temperatuursignaal
van de aangesloten temperatuur‐
sensor
–
Voor metingen met temperatuur‐
sensor (Pt1000) (0 - 120 °C)
[manual] : De temperatuur van het te
n
meten medium moet door de
gebruiker worden gemeten. De
gemeten waarde wordt vervolgens
met de toetsen:
„VALUE" ingevoerd in de
parameter
DULCOMETER
en met de toets
–
Voor metingen waarbij de
mediumtemperatuur waarmee bij
de regeling rekening moet
worden gehouden constant is.
„Hysterese" .
®
Compact regelaar
en
onder de
®
Compact regelaar
opgeslagen