Inhoudsopgave
Advertenties
7.7
AANGEBOUWDE ZAAIMACHINES
•
Bij het gebruik van een zaaimachine moeten alle instructies van de machinefabrikant worden
aangehouden.
•
De zaaimachine kan eenvoudig via een trede en een platform worden bereikt. Deze moeten bij gebruik
schoon en droog zijn.
•
De platformkit mag uitsluitend als onderhoudsbordes worden gebruikt.
•
Een genormeerde opgang moet worden gerealiseerd. Deze opgang kan bij APV worden besteld.
•
Wanneer de trap niet wordt gebruikt, moet deze omhoog geklapt en geborgd zijn.
•
Tijdens het rijden is het streng verboden op het platform of op de trap te staan.
7.7.1
VULLEN VAN DE ZAAIMACHINE
•
Sta bij het vullen van de zaaimachine nooit onder een zwevende last!
•
Bij het aanvoeren van het zaaigoed mag zich niemand op en in het bereik van de machine bevinden.
•
Het vullen van de zaaimachine mag uitsluitend met een vulvijzel of een vulvoertuig worden uitgevoerd.
•
De platformkit mag niet voor het vullen van de zaaimachine of als opslagplaats voor objecten of
zaaigoed worden gebruikt.
•
Vermijd tijdens het laden elk contact met het zaaigoed en draag handschoenen, een stofmasker en
een veiligheidsbril.
OPMERKING!
Bij het vullen met zaaigoed moet een adembescherming worden gedragen.
OPMERKING!
Drukfouten voorbehouden, alle gegevens onder voorbehoud.
7.8
GEVARENZONES
WAARSCHUWING!
Meelopende gevarenzone
De gevarenzone van de machine loopt mee tijdens het werken van de machine. Tot de gevarenzone
behoort het in de rijrichting liggende oppervlak over de gehele breedte van de machine (zie Afbeelding
3). Bovendien moet 2 m veiligheidsafstand tot de machine worden aangehouden.
•
Tijdens het rijden op het veld de gehele veiligheidszone respecteren. In geval van nood stoppen.
•
Nooit tijdens het rijden van de tractor afklimmen.
•
Nooit andere personen tijdens het rijden laten op- of afklimmen.
WAARSCHUWING!
Gevaar voor stoten en beknelling door bewegende machinedelen
Door bewegende machinedelen bestaat gevaar voor lichamelijk letsel door stoten of beknellen. Tot de
gevarenzone behoort het oppervlak over de gehele breedte van de machine (zie Afbeelding 3).
Bovendien 2 m veiligheidsafstand tot de machine houden.
Let op voldoende vrije ruimte boven de machine. De benodigde vrije ruimte hangt af van de breedte van
de bewegende machinedelen en de graafhoogte.
•
Gevarenzone voor het inklappen en uitklappen controleren.
•
Gevarenzone tijdens het klappen bewaken. In geval van nood het klappen onderbreken.
14
Advertenties
Inhoudsopgave
