Onderhoud van de zekeringen
Onderhoudsinterval/Specificatie
De elektrische installatie is beveiligd door middel van een
zekering. Dit behoeft geen onderhoud. Als er een zekering
is doorgebrand, moet u echter het onderdeel of circuit
controleren op defecten of kortsluiting. Om een zekering te
vervangen, trekt u de zekering uit (Fig. 28).
Zekering F1–7,5 A, mes-type
1
Figuur 28
1. Zekering 7,5 A
Onderhoud van de
brandstoftank
Gevaar
In bepaalde omstandigheden is benzine uiterst
ontvlambaar en zeer explosief. Brand of explosie
van benzine kan brandwonden bij u of anderen en
materiële schade veroorzaken.
• Tap de benzine af uit de brandstoftank wanneer
de motor koud is. Doe dit buiten op een open
terrein. Eventueel gemorste benzine opnemen.
• Rook nooit als u benzine aftapt en blijf uit de
buurt van open vuur of als de kans bestaat dat
benzinedampen door een vonk kunnen
ontbranden.
De brandstoftank aftappen
1. Parkeer de machine op een horizontaal oppervlak zodat
alle benzine uit de tank kan lopen. Schakel vervolgens
de aftakas uit en draai het contactsleuteltje op UIT.
Verwijder het sleuteltje.
2. Sluit de brandstofafsluitklep op de benzinetank
(Fig. 29).
3. Druk de uiteinden van de slangklem naar elkaar toe en
schuif de slangklem over de brandstofslang weg van de
brandstofklep (Fig. 29).
4. Trek de brandstofslang van de klep (Fig. 29). Open de
brandstofafsluitklep en laat de benzine in een
benzinevat of een opvangbak lopen.
Opmerking: Omdat de tank nu toch leeg is, is dit een
uitstekend moment om het brandstoffilter te vervangen. Zie
Brandstoffilter vervangen; blz. 29.
5. Monteer de brandstofslang op de klep. Schuif de
slangklem dicht tegen de klep om de brandstofslang
vast te zetten.
m–3100
2
1. Brandstofafsluitklep
Onderhoud van het
brandstoffilter
Vervang het brandstoffilter om de 200 bedrijfsuren of
jaarlijks, waarbij de kortste periode moet worden
aangehouden.
Brandstoffilter vervangen
Na verwijdering mag u nooit een vuil filter opnieuw aan de
brandstofslang monteren.
1. Schakel de aftakas uit en draai het contactsleuteltje op
UIT. Verwijder het sleuteltje.
2. Sluit de brandstofafsluitklep op de benzinetank
(Fig. 29).
29
m–3095
Figuur 29
2. Klem
1