De resterende-acculadingindicator is onjuist.
• Dit doet zich voor wanneer u de camera op een zeer warme of koude plaats gebruikt.
• Er is een verschil opgetreden tussen de resterende-acculadingindicator en de daadwerkelijk resterende
acculading. Ontlaad de accu eenmaal volledig en laad deze daarna op om de aanduiding van de
resterende-acculadingindicator te corrigeren.
• De capaciteit van de accu neemt na verloop van tijd en na herhaald gebruik af. Wanneer de
gebruiksduur van een volledig geladen accu merkbaar korter wordt, moet de accu worden vervangen
(pagina 96). Koop een nieuwe accu.
De accu kan niet worden opgeladen.
• U kunt de accu niet opladen met behulp van de netspanningsadapter. Gebruik de acculader om de
accu op te laden.
Het CHARGE-lampje knippert tijdens het opladen van de accu.
• Haal de accu uit de acculader en plaats hem op de juiste wijze weer terug.
• De temperatuur kan ongeschikt zijn voor opladen. Probeer de accu opnieuw op te laden binnen het
bedrijfstemperatuurbereik (10 °C t/m 30 °C).
• Raadpleeg pagina 97 voor meer informatie.
Stilstaande beelden/bewegende beelden
opnemen
Beelden kunnen niet worden opgenomen.
• Als de beelden niet op een geheugenkaart kunnen worden opgenomen, maar in het interne geheugen
worden opgenomen ondanks dat de geheugenkaart in de camera is geplaatst, controleert u of de
geheugenkaart zo ver mogelijk in de gleuf is geduwd.
• Controleer de vrije ruimte in het interne geheugen of de geheugenkaart. Als deze vol is, doet u een
van de volgende dingen:
– Wis overbodige beelden (pagina 26).
– Plaats een andere geheugenkaart.
• Tijdens het opladen van de flitser kunt u geen beelden opnemen.
• Voor het opnemen van bewegende beelden adviseren wij u een geheugenkaart van 1 GB of groter te
gebruiken.
• Zet de functieknop in de stand
• Voor het opnemen van bewegende beelden, zet u de functieknop in de stand
De lach-sluiterfunctie werkt niet.
• Er wordt geen beeld opgenomen als geen lachend gezicht wordt herkend.
De antiwaasfunctie werkt niet.
• De antiwaasfunctie werkt niet wanneer
• Het is mogelijk dat de antiwaasfunctie niet goed werkt tijdens het opnemen van nachtscènes.
• Neem op nadat u de ontspanknop tot halverwege hebt ingedrukt.
Het beeld is onscherp.
• Het onderwerp bevindt zich te dichtbij. Zorg ervoor dat tijdens het opnemen de lens van de camera
verder verwijderd is van het onderwerp dan de minimale opnameafstand (ongeveer 5 cm (W-kant) of
50 cm (T-kant) tussen lens en onderwerp).
•
(Schemer) of
(Landschap) is geselecteerd als de scènekeuzefunctie voor het opnemen van
stilstaande beelden.
(stilstaand beeld) wanneer u stilstaande beelden wilt opnemen.
wordt afgebeeld op het scherm.
(bewegende beelden).
84
NL