•
Druk op de bedieningsknop
•
Trek de remhendel in en druk op de knop "START ENGINE" (2).
•
Op het dashboard gaat het pictogram RUN branden
De motorfiets is klaar om te vertrekken.
LET OP! Wanneer u stilstaat en het symbool RUN brandt,
zal een ongewenste draaiing van de gashendel door de
bestuurder of derden het voertuig in beweging zetten. Let
er altijd voor op dat u de gashendel niet verdraait als u de
motorfiets niet in beweging wenst te zetten. Bij stilstand is
het altijd raadzaam om het voertuig uit te schakelen door
middel van het noodsysteem (
(1) op het stuurarmatuur rechts.
1
2
) of de sleutel.
De motorfiets starten en besturen
Draai de gashendel geleidelijk om vertrouwd te raken met de
motorfiets, en plotseling acceleraties te voorkomen.
Vanwege het aanzienlijke koppel van het voertuig moet
u op gladde wegen de gashendel zorgvuldig doseren,
vooral met de mappings Urban en Sport.
De motorfiets stoppen
•
Verminder de snelheid en laat de gashendel los.
•
Rem en stop de motorfiets.
•
Schakel de motor uit door de contactsleutel op "OFF" te
draaien.
121