12 Weegschaalinstellingen – bedrijfsmodus "Wegen"
Door deze menublok is het mogelijk om de bedrijfsmanier van de weegschaal aan
eigen behoeftes (bv. omgevingsomstandigheden, bijzondere weegprocessen) voor
elk bedrijfsmodus aan te passen.
De toegankelijke instellingen, hier als voorbeeld de menupunt "P2.2
WEGEN".
12.1 De filter aan de omgevingsomstandigheden en het soort
wegen aanpassen
De filter dient te worden ingesteld afhankelijk van de gebruiksomstandigheden van
de weegschaal.
Filterinstelling
GEMIDDELD
TRAAG – Z.TRAAG
SNEL – Z.SNEL
Voorbeeld: De menupunt "P2.2.1 AFLEZEN" opvragen, de toets
(voorbeeld)
49
Weegschaal
Normale omgevingsomstandigheden
De weegschaal reageert ongevoelig maar
traag – onrustige locatie.
De weegschaal reageert gevoelig en snel –
een rustige locatie
De
instelling
NORMAAL
instelling
met
wijzigen.
De gewenste instelling met de toets
PRINT opslaan.
De filterinstelling is opgeslagen, de
weegschaal wordt terug naar het menu
omgeschakeld.
Terug naar de weegmodus door de toets
UNIT meermals te drukken.
AEJ-C/AES-C/PLJ-C-BA-nl-1514
drukken.
blinkt,
de
navigatietoetsen
de