12.5 Omgevingsomstandigheden
In
deze
menupunt
omstandigheden worden aangepast. Het is mogelijk om te kiezen tussen de
STABIELE en INSTABIELE externe omstandigheden.
Voorbeeld: De menupunt "P2.2.1 AFLEZEN" opvragen, de toets
(voorbeeld)
53
kunnen
de
weegschaalinstellingen
4×
De instelling INSTABIELE OMGEVING
verschijnt.
De blinkende instelling "INSTABIEL"
verschijnt.
Met de navigatietoetsen de instelling
"INSTABIEL" of "STABIEL" kiezen.
De gewenste instelling met de toets
PRINT opslaan.
De instelling is opgeslagen, de
weegschaal wordt terug naar het menu
omgeschakeld.
Terug naar de weegmodus door de toets
UNIT meermals te drukken.
• INSTABIEL – moeilijke
omstandigheden (trillingen e.d.)
• STABIEL – normale
omgevingsomstandigheden
AEJ-C/AES-C/PLJ-C-BA-nl-1514
aan
de
externe
drukken.