Instellen van de weektimer
Om de weektimer in te stellen, raadpleeg hoofdstuk
programmeren en raadplegen" op pagina
Beschrijving van de werkingsstanden
Verwarmen (
)
h
In deze stand wordt het verwarmen geactiveerd volgens de vereisten
van het instelpunt van de watertemperatuur. Het instelpunt kan
manueel worden ingesteld (zie
weerafhankelijk (zie
"Selectie van werking met weersafhankelijk
instelpunt (alleen modellen met warmtepomp)" op pagina
Opstarten (
d
)
Bij de start van het verwarmen wordt de pomp pas gestart nadat het
koelmiddel in de warmtewisselaar een bepaalde temperatuur heeft
bereikt. Dit garandeert dat de warmtepomp in goede omstandig-
heden kan opstarten. Tijdens het opstarten wordt het symbool
weergegeven.
Ontdooien (
d
)
Bij het verwarmen kan de warmtewisselaar bevriezen als gevolg van
lage buitentemperaturen. Als dit gebeurt, gaat het systeem in
ontdooiing. De werking wordt omgekeerd en er wordt warmte van het
binnensysteem genomen om bevriezing van het systeem te
voorkomen. Na maximaal 8 minuten ontdooien gaat het systeem
weer in verwarming.
LET OP
Ontdooistops:
bij het omschakelen tussen koelen en verwarmen,
bij een lage buitentemperatuur en een lage
temperatuur van het inkomende water,
wanneer de gewenste ontdooiingstemperatuur is
bereikt, d.w.z. de ontdooistoptemperatuur (neem
contact op met uw plaatselijke verdeler).
Verwarmen wordt automatisch hervat wanneer de
watertemperatuur
ontdooistoptemperatuur.
LET OP
Verwarmen is niet mogelijk in geval van een installatie
voor "alleen koelen".
Koelen (
)
c
In deze stand wordt het koelen geactiveerd volgens de vereisten van
het instelpunt van de watertemperatuur.
LET OP
Het instelpunt voor de koeltemperatuur kan alleen
manueel worden ingesteld (raadpleeg
werking" op pagina
Omschakelen tussen verwarmen en koelen kan
alleen met een druk op de
externe kamerthermostaat. (Op voorwaarde dat
de unit niet "alleen koelen" is)
Geluidsarme werkingsstand (
Geluidsarme werkingsstand betekent dat de unit werkt met ver-
laagde capaciteit zodat de unit minder lawaai produceert. Dit houdt in
dat de verwarmings- en koelcapaciteit binnen ook daalt. Let daarop
wanneer binnen een bepaald verwarmingsniveau vereist is.
Twee geluidsarme standen zijn mogelijk.
EWAQ+EWYQ009~011ACV3 + EWAQ+EWYQ009~013ACW1
Bedrijfsklare luchtgekoelde ijswaterkoelgroepen en bedrijfsklare
omkeerbare lucht-water warmtepompen
4PW51588-1
"Weektimer
6.
"Manuele werking" op pagina
4).
hoger
is
dan
"Manuele
4).
=
-knop of met een
)
s
Werking van de controller
Manuele werking
In manuele werking regelt de gebruiker manueel de instellingen van
de installatie. De laatste instelling blijft actief tot de gebruiker ze
wijzigt of tot de weektimer een andere instelling toepast (zie
van de weektimer" op pagina
Aangezien de controller voor een groot aantal verschillende
installaties kan worden gebruikt, kunt u soms een functie selecteren
die op uw installatie niet bestaat. In dat geval verschijnt het bericht
4) of is
n
.
Inschakelen en instellen van koelen (
1
Druk op de
selecteren.
Het symbool
overeenkomstige instelpunt van de watertemperatuur.
d
2
Stel de gewenste watertemperatuur in met de
knop.
•
Temperatuurbereik voor verwarmen: 25°C tot 55°C
•
Temperatuurbereik voor koelen: 5°C tot 22°C
LET OP
In de verwarmingsstand (
watertemperatuur ook weersafhankelijk zijn (symbool
a
wordt weergegeven).
Dit betekent dat de controller het instelpunt van de
watertemperatuur
buitentemperatuur.
In dat geval verschijnt de "omschakelwaarde" die door
de gebruiker kan worden ingesteld in plaats van het
instelpunt van de watertemperatuur op de controller.
Deze omschakelwaarde is het temperatuurverschil
tussen het temperatuurinstelpunt berekend door de
controller en het werkelijke instelpunt. Een positieve
omschakelwaarde bijvoorbeeld betekent dat het reële
temperatuurinstelpunt hoger ligt dan het berekende
de
instelpunt.
3
Druk op de
De bedrijfs-led
LET OP
Wanneer de unit op een externe kamerthermostaat is
aangesloten, werken de
wordt het symbool
schakelt de externe kamerthermostaat de unit in of uit
en bepaalt hij de werking (koelen of verwarmen).
Geluidsarme werkingsstand selecteren (
1
Druk op de
activeren (
s
Het symbool
Als de controller op gebruikersniveau 2 of 3 staat (zie
instellingen" op pagina
Selectie van werking met weersafhankelijk instelpunt (alleen
modellen met warmtepomp)
1
Druk op de
instelpunt te selecteren.
Het symbool
omschakelwaarde. De omschakelwaarde wordt niet weer-
gegeven indien deze 0 bedraagt.
2
Stel de omschakelwaarde in met de
Bereik voor de omschakelwaarde: –5°C tot +5°C
5).
c
) en verwarmen (
=
-knop om koelen (
c
) of verwarmen (
c
of
h
verschijnt op het display samen met het
h
) kan het instelpunt van de
berekent
op
y
-knop om de unit in te schakelen.
0
begint te branden.
=
- en
e
weergegeven. In dat geval
s
)
s
-knop om de geluidsarme werkingsstand te
).
s
verschijnt op het display.
9), kan de
s
-knop niet worden gebruikt.
ba
-knop om de werking met weersafhankelijk
a
verschijnt op het display samen met de
bi
"Werking
h
)
h
) te
bi
- en
bj
-
basis
van
de
y
-knoppen niet en
"Lokale
- en
bj
-knop.
Gebruiksaanwijzing
4