Instellen van de spuitpomp
7.1.3 Bolusmodus
⚫
Er zijn drie bolusmodi beschikbaar: Manual Bolus, Rapid quantitative Bolus en Automatic
Bolus. Raadpleeg hoofdstuk 6.9 voor verdere instructies.
7.1.4 KVO-waarde
⚫
De KVO-waarde kan worden aangepast van 0,1 ml/u naar 5 ml/u (in stappen van 0,01 ml/u).
De
standaardwaarde is
7.1.5 Merk
⚫
U kunt het merk van de verbruiksgoederen in de volgende volgorde kiezen: [Home] ->
[Infusion Set] - > [Brand]
⚫
Verschillende merken injectiespuiten van 5 ml, 10 ml, 20 ml, 30 ml en 50/60 ml zijn vooraf
ingesteld en aangepast. Selecteer de spuit aan de hand hiervan voor klinisch gebruik.
VOORZICHTIG:
⚫
De gebruiker dient gebruik te maken van het merk van verbruiksgoederen dat door de fabrikant wordt
opgegeven.
⚫
Om een spuit van een ander merk toe te voegen, wordt de gebruiker ten zeerste aangeraden
contact op te nemen met de fabrikant
of een vertegenwoordiger van de fabrikant die het infuus moet instellen en testen om ervoor
te zorgen dat de infusie nauwkeurig verloopt.
7.1.6 Relais instellen
⚫
Schakel in relaismodus (relay mode) het relais in en stel het relaisaantal in.
VOORZICHTIG:
⚫
Als er meerdere spuitpompen of infusiepompen zijn, moet het relaisnummer in
volgorde worden ingesteld vanaf nummer 1.
⚫
Wanneer ―Enable Relay Cycle‖ is geactiveerd, begint de infusie vanaf de eerste pomp nadat
de laatste pomp de infusie beëindigt.
7.1.7 Instelling micromodus
⚫
Nadat de micromodus is geselecteerd, kan de maximumsnelheid in de modus worden
ingesteld.
7.1.8 Bijna klaar (near finished)
1 ml/u.
29 / 55