Vaste netwerkverbinding
U kunt de projector bewaken en regelen via een netwerk.
Om deze bewerkingen uit te voeren, verbindt u de projector met uw netwerk en
stelt u vervolgens uw projector en computer in.
Verwante koppelingen
g
• "Verbinden met een vast netwerk"
• "Instellingen voor een vast netwerk selecteren"
Verbinden met een vast netwerk
Om de projector te verbinden met een bekabeld LAN-netwerk, gebruikt u een
100Base-TX of 10Base-T netwerkkabel. Om een goede gegevensoverdracht te
garanderen, dient u een afgeschermde kabel van Cat. 5 of beter te gebruiken.
a
Sluit één uiteinde van de netwerkkabel aan op uw netwerkhub, -switch of
-router.
b
Sluit het andere uiteinde van de kabel aan op de LAN-poort van de
projector.
pag.28
pag.28
Instellingen voor een vast netwerk selecteren
Voordat u de projector kunt gebruiken op uw netwerk, moet u de
netwerkinstellingen selecteren op de projector.
Zorg dat u de projector al verbonden hebt met uw vast netwerk via de
LAN-poort.
a
Druk op de knop [Menu], selecteer het menu Netwerk en druk op [Enter].
b
Selecteer Netwerkinstellingen en druk op [Enter].
c
Om de projector te identificeren via het netwerk, selecteert u
Projectornaam en voert u een naam in van maximaal 16 alfanumerieke
tekens.
28