De beeldkleur aanpassen
• Om de helderheid van heldere gebieden aan te passen, past u de
instelling Versterking aan.
Hogere waarden maken het beeld helderder en lagere waarden maken het
donkerder.
• In de instelling Verschuiving wordt de schaduwwerking voor de
donkere gebieden levendiger uitgedrukt wanneer u een hogere waarde
selecteert. Wanneer u een lagere waarde selecteert, ziet de afbeelding
er voller uit maar is schaduw voor de donkere gebieden moeilijker te
onderscheiden.
• In de instelling Versterking worden de heldere delen witter en gaat
schaduw verloren wanneer u een hogere waarde selecteert. Als u een
lagere waarde selecteert, wordt de schaduw voor de heldere gebieden
levendiger uitgedrukt.
f
Druk op [Menu] of [Esc] om de menu's af te sluiten.
Het gamma aanpassen
U kunt verschillen in geprojecteerde beeldkleuren die optreden tussen
verschillende beeldbronnen corrigeren door de instelling Gamma aan te passen.
Om de kleurtint te optimaliseren volgens de scène, en voor en levendiger
beeld, corrigeert u het beeld door de instelling Scèneaanp. gamma.
a
Schakel de projector in en schakel naar de beeldbron die u wilt gebruiken.
b
Druk op de knop [Menu] op het bedieningspaneel of de
afstandsbediening.
c
Selecteer het menu Beeld en druk op [Enter].
d
Selecteer Gamma en druk op [Enter].
63