3 Zoek de leidingen voor de stroommeting in de verdeelkast.
4 Leid de fasedraden L1, L2 en L3 elk door een transformator.
5 Sluit bij elke transformator een kabel aan voor de meting van
de secundaire stroom op de aansluitingen k/s1 en I/s2.
x Let op de toegestane aansluitdoorsnede van de ABL Energy
Meter (zie 'Technische gegevens' op pagina 22).
6 Sluit de aansluitkabels voor de stroommeting aan op de ABL
Energy Meter (zie ook onderstaand kader).
x Let op het toegelaten aanhaalmoment voor de schroef-
klemmen (zie 'Technische gegevens' op pagina 22).
7 Sluit de aansluitkabels voor de spanningsmeting aan op de
ABL Energy Meter (zie ook onderstaand kader).
x Let op het toegelaten aanhaalmoment voor de schroef-
klemmen (zie 'Technische gegevens' op pagina 22).
8 Sluit de aansluitkabel voor de spanningsmeting aan op de
fasedraden L1, L2 en L3.
Aanduiding
Uitleg
L1, L2, L3
Fasedraad
N
Nuldraad
OUT
Meteruitgang, verbruikerszijde
IN
Meteringang, netzijde
LET OP
Aanwijzing voor de correcte toewijzing van de fasen
Zorg dat alle fasen altijd correct zijn toegewezen. Anders levert de ABL Energy Meter onjuiste meetwaarden.
14
Mechanische en elektrische installatie
Aansluitvoorbeeld voor de
meting met transformatoren
Verbruiker
L1
L2
L3
L1
L2
LAN
L1
L2
I/s2
k/s1
I/s2
k/s1
I/s2
Transformator
k/s1
Installatieautomaat
L1
L2
L3
Energiemeter van
energiebedrijf
L1
L2
L3 N
Meterzekering 3 × 63 A
Openbaar stroomnet 230/400 V
OUT
Zekering
3 × 10/16 A
L3
LAN
L3
N
N
IN