5. INSTALLATIE VAN HET PRODUCT
Advies en belangrijke opmerkingen:
- Als u het product vóór de installatie wilt testen, moet u ervoor zorgen dat de straatunit en de
monitor zich niet in hetzelfde vertrek bevinden, omdat de videofoon anders een schelle fluittoon
kan afgeven (Larsen-effect).
- Plaats de camera niet direct in de zon of tegenover een weerspiegelend oppervlak.
- Het wordt aanbevolen om de kabels tegen schokken of weersinvloeden te beschermen door een
mantel.
5.1 Bedrading
Laat de kabel van de videofoon niet door dezelfde kabelmantel lopen als de elektriciteitskabels, om
risico op storingen of slechte werking te voorkomen.
Opgelet:
De draden mogen in geen geval worden verdubbeld om de doorsnede te vergroten.
a. Aansluiting van de videofoon (monitor, straatunit en camera, zie afb. 1, afb. 2 of afb. 3)
Te gebruiken draden: 2 draden van 0.75 mm
tot 80 m of 2 draden van 1.5 mm
tot 120 m.
2
2
- Sluit de draden aan volgens het bedradingsschema.
- Raadpleeg zorgvuldig het etiket op de achterzijde van de monitor en op de achterzijde van de
straatunit.
b. Aansluiting van een slotplaat of een elektrisch slot
Belangrijk:
De slotplaat of het elektrische slot dat u wilt bedienen, moet uitgerust zijn met een
mechanisch geheugen. De stroom van de slotplaat mag niet hoger zijn dan 1,1A.
- Sluit de slotplaat rechtstreeks aan op de aansluitklemmen 5 en 6 op de achterzijde van de
straatunit (u hoeft geen rekening te houden met de polariteit).
- De openingsfunctie is uitsluitend mogelijk als de video van de betreffende straatunit
weergegeven wordt.
c. Aansluiting van een automatische poort
- De straatunit beschikt over een droog (spanningsvrij) contact dat op de bedieningsdrukknop van
de automatische poort aangesloten moet worden.
- Sluit de slotplaat rechtstreeks aan op de aansluitklemmen 3 en 4 op de achterzijde van de
straatunit (u hoeft geen rekening te houden met de polariteit).
- De openingsfunctie is uitsluitend mogelijk als de video van de betreffende straatunit
weergegeven wordt.
5
Philips - Lite - V1