5.6
De kernboorinstallatie bevestigen
Gevaar voor onbedoelde beweging van de toevoerslede door de
zwaartekracht!
De toevoerslede moet altijd worden beveiligd tegen onbedoelde
beweging.
Zie hoofdstuk 5.4 "Zet de slede vast op de geleidersteun".
Voordat je de kernboorinstallatie vastzet, draai je de borgmoeren van de stel-
schroeven los en draai je de stelschroeven helemaal terug.
De kernboorinstallatie moet stevig worden vastgezet in de gewenste positie.
Dit kan bijvoorbeeld met een metalen plug en een draadstang of een geschikte
bevestigingsset. Hiervoor moet een montagegat van geschikte grootte worden
geboord met een hamerboor.
Wanneer de kernboorinstallatie aan een bakstenen muur wordt bevestigd,
moet een speciaal metselanker worden gebruikt. Het gebruik van een betonh-
ameranker op een bakstenen muur kan leiden tot baksteenbreuk en losraken
van het anker!
Om de kernboormachine te bevestigen, steekt u de groef van de bodemplaat
over de draadstang of de schroef van de bevestigingsset en zet u de kern-
boormachine vast met de moer van de bevestigingsset.
Het bevestigen van de kernboorinstallatie aan het plafond brengt
bijzondere risico's met zich mee vanwege de zwaartekracht!
Kernlochbohrer GmbH adviseert het gebruik van de TBS-
3000PRO telescopische boorinstallatie voor plafondboringen.
2024-05-21
Gebruiksaanwijzing
Kernboormachine KBS-252/M-PRO
BA-01-000004-01-NL
25