Fotovoltaïsche omvormer serie ES
Opgelet! Gevaar voor zaakschade
Bij de keuze van de nodige panelen in de FV leiding moet u rekening
houden met de volgende punten:
•
•
•
•
Binnen één tracker mogen uitsluitend modules van hetzelfde type met
hetzelfde vermogen gebruikt worden.
Bij de modellen ES4200 / ES5000 kunnen twee leidingen aangesloten
worden. Hierbij moet ervoor gezorgd worden, dat de belasting van de
beide leidingen symmetrisch is.
Dit betekent:
Een ingang van de fotovoltaïsche omvormer kan 50 % van het nominaal
vermogen verwerken en mag met maximaal 10 % overbelast worden.
Om de FV-module op de fotovoltaïsche omvormer aan te sluiten, gaat u als
volgt te werk:
1. Controleer, of de generatoraansluitklemmen de juiste polariteit hebben en
de maximale spanning per leiding niet overschrijden.
2. Verbind de positieve (+) draad van de FV leiding 1 met de positieve
snelaansluitklem aan de fotovoltaïsche omvormer.
3. Verbind de negatieve (-) draad van de FV leiding 1 met de negatieve
snelaansluitklem aan de fotovoltaïsche omvormer.
Herhaal stappen 2 en 3 voor eventuele andere FV leidingen.
Serie ES
Om schade aan de fotovoltaïsche omvormer te voorkomen, moet u
garanderen, dat de uitgang aan de FV-module nooit boven 500 V DC
ligt.
Zorg ervoor, dat de maximale leegloopspanning U
FV-leiding minder dan 500 V DC bedraagt. Spanningen boven 500 V
DC beschadigen de fotovoltaïsche omvormer.
Zorg ervoor, dat de kortsluitstroom van de modules niet boven de
berekening aan de fotovoltaïsche omvormer ligt.
Om het maximale energierendement van uw FV-module te verkrijgen,
moet u garanderen, dat de spanning bij maximaal vermogen UMP niet
onder 150 V DC daalt of boven 450 V DC stijgt.
Elektro-installatie
van elke
OC
38