Rijden
Storing
Raadpleeg het CITROËN-netwerk of een
gekwalificeerde werkplaats als dit
verklikkerlampje op het instrumentenpaneel gaat
branden in combinatie met een melding op het
display.
Achteruitrijcamera
Lees de algemene adviezen over het gebruik
van de rij- en parkeerhulpsystemen.
Wanneer het voertuig is voorzien van een
camera, dan bevindt deze zich aan de
achterkant bij het derde remlicht.
94
De camera stuurt beeld naar het scherm in de
cabine.
Deze camera kan worden geactiveerd via
het instellingenmenu van het audio- en
telematicasysteem op het touchscreen.
Het achteruitrijcamerasysteem is een
hulpsysteem bij het rijden. De achteruitrijcamera
kan aan de parkeerhulp achter zijn gekoppeld.
Inschakelen
De camera wordt automatisch ingeschakeld
zodra de achteruitversnelling wordt ingeschakeld
en blijft actief tot een snelheid van ongeveer 15
km/h. Bij een snelheid hoger dan 18 km/h wordt
de camera uitgeschakeld.
De camera wordt ook ingeschakeld als de auto
stilstaat en de achterdeuren worden geopend.
Uitschakelen
Als een vooruitversnelling wordt ingeschakeld,
wordt het laatste beeld nog ongeveer 5
seconden weergegeven en gaat het scherm
vervolgens uit.
Het laatste beeld wordt op dezelfde wijze
weergegeven als de auto stilstaat en de
achterdeuren worden gesloten.
Onder optimale omstandigheden van de
auto (stand op het wegdek, belading) is
het bereik van de camera ongeveer 3 meter
in diepte en 5,5 meter in breedte.
Het beeldbereik is afhankelijk van de (weers)
omstandigheden buiten de auto (lichtsterkte,
regen, sneeuw, mist, ...), de belading van de
auto en de stand van de auto ten opzichte
van het wegdek.
Gebruik om de camera en het scherm te
reinigen geen schoonmaakmiddelen die
krassen op het glas kunnen veroorzaken.
Het is raadzaam hiervoor gebruik te maken
van een zachte doek of stoffer.