8
Controles
Vóór controlewerkzaamheden aan de machine de aandrijving altijd uitschakelen!
De machine van het stroomnet loskoppelen!
8.1
Veiligheidsvoorzieningen
Alle veiligheidsvoorzieningen (afdekkingen, beschermroosters....) moeten aanwezig zijn!
8.2
Schroeven en bouten
Na het eerste bedrijfsuur alle schroeven en moeren nogmaals aandraaien.
Altijd om de 100bedrijfsuren alle schroeven en moeren aandraaien.
▪ Verdwenen schroeven en moeren vervangen.
8.3
Hydraulische leidingen
Na het eerste bedrijfsuur alle hydraulische leidingen op dichtheid en goed vastzitten
controleren.
Altijd om de 100 bedrijfsuren de hydraulische leidingen op dichtheid en goed vastzitten
controleren.
▪ Beschadigde hydraulische leidingen moeten onmiddellijk worden vervangen!
8.4
Geleider
De geleider moet altijd zijn ingevet.
8.5
Oliepeil
De machine op een effen en horizontaal vlak neerzetten om het oliepeil te controleren.
Het oliepeil moet worden gecontroleerd wanneer het kloofmes ingeschoven is.
8.5.1
Peil hydraulische olie
Indien het oliepeilglas gevuld is, komt dit overeen met het maximum oliepeil.
Bevindt het oliepeil zich in de helft van het oliepeilglas, komt dit overeen met het minimum
oliepeil.
Mocht dit het geval zijn, moet er onmiddellijk hydraulische olie worden bijgevuld.
▪ Zie daarvoor ..... Verversing hydraulische olie [➙ 27]
Controle van het oliefilter is alleen nodig als de olie wordt ververst.
Controles
25