Inhoudsopgave
Advertenties
CattronControl™ CT24
Gebruikershandleiding
5.3
Interface
De feitelijke bedradingsconfiguratie is afhankelijk van het bij uw systeem geleverde werk/configuratieblad. Dit
gedeelte bevat algemene richtlijnen voor de selectie van draadtypen voor uw toepassing.
5.4
Stroomsterkte voor relais
De schakelstroom van het relais bedraagt 5 A, 250 Vac en 5 A, 24 Vdc.
5.5
Interfacebedrading
Wij adviseren u om voordat u het systeem installeert een elektrisch bedradingsschema op te stellen waarin alle
elektrische interfaceverbindingen tussen het systeem en de bediende apparatuur worden vastgelegd. Wij raden u
ook aan om eerst de volgende onderwerpen te lezen. Daarnaast dient u de meegeleverde voorbeeldtekening van
de hoofdlijn op te zoeken en te raadplegen.
5.6
Veiligheidskritische interfaces
WAARSCHUWING
TENZIJ ANDERS GESPECIFICEERD, ZIJN AFSTANDSBEDIENINGEN NIET ONTWORPEN VOOR DE
DIRECTE BEDIENING VAN BI-STABIELE ONDERHOUDSFUNCTIES DIE KRITIEK ZIJN VOOR DE
VEILIGHEID (d.w.z.: magnetische circuits, vacuümcircuits, grijper, pompmotoren, brandbestrijding, enz.).
EEN JUISTE BEDIENING VAN BI-STABIELE ONDERHOUDSFUNCTIES DIE KRITIEK ZIJN VOOR DE
VEILIGHEID MOET GEÏNSTALLEERD WORDEN, IDEAAL MET EEN RELAIS VAN DE INTERFACE-
EENHEID.
!
ALS CATTRON SYSTEMS ONOPZETTELIJK WORDT GECONFIGUREERD OM DIRECT
VERBINDING TE MAKEN MET VOOR DE VEILIGHEID CRUCIALE BI-STABIELE FUNCTIES IN UW
BEDRIJF, KAN DAT LEIDEN TOT SCHADE AAN APPARATUUR, ERNSTIGE VERWONDINGEN OF
OVERLIJDEN VAN MEDEWERKERS.
HET MOET HEEL DUIDELIJK ZIJN DAT CATTRON NIET AANSPRAKELIJK KAN WORDEN
GEHOUDEN VOOR PERSOONLIJK LETSEL, OVERLIJDEN, SCHADE AAN APPARATUUR OF
EIGENDOMMEN DIE KAN WORDEN VEROORZAAKT DOOR ONJUISTE INSTALLATIE VAN UW
AFSTANDSBEDIENINGSSYSTEEM.
Wanneer voor de veiligheid cruciale bistabiele functies (bijv. elektromagnetische circuits, vacuümcircuits, grijper,
pompmotoren, brandbestrijding, etc.) deel uitmaken van uw besturingsapparatuur, moet er een goede interface
worden geïnstalleerd tussen het systeem en al dergelijke functies voordat u deze in gebruik neemt. Wij raden u
ten zeerste aan omeen relais-interface-unit te gebruiken
Interface van voedings- en besturingskabels
5.7
De drie mogelijke opties voor de installatie van de stroom- en besturingsbekabeling zijn als volgt:
1. Gebruik de meegeleverde kabelwartel (I/D 0,6875 inch) en installeer een meeraderige kabel met hoge
prestaties
2. Beschermleiding met individuele draden
3. HAN-type meerpolige aansluiting
Het is belangrijk op te merken dat het maximale stroomcapaciteit van de relaiscontacten 5 A bij 240 VAC-
weerstandsbelasting bedraagt. Wanneer de MCU aangesloten is op een schakelaar, moeten relaiscontacten van
de MCU worden beschermd met geschikte transiëntonderdrukkers om de levensduur van de contacten te
optimaliseren; als deze niet als onderdeel van de MCU zijn geleverd, moeten ze worden aangebracht op de te
schakelen schakelaars.
9M02-7608-A001-NL
28
Advertenties
Inhoudsopgave
