De keuze met de toets PRINT bevestigen, de weegschaal wordt terug naar het
menu omgeschakeld.
Terug naar de weegmodus met de ingestelde weegeenheid, zie hoofdstuk 8.2.
9.4 Omschakelen van weegeenheden
Door de toets UNIT enkele keren te drukken kan de weegeenheid worden
omgeschakeld:
[g] → [mg] → [ct] → [oz] → [ozt] → [dwt] → [t] → [mom]→ [G] → [g]
Opmerking:
In geijkte modellen kan enkel tussen de volgend eenheden worden gekozen:
[g] → [mg] → [ct].
9.5 Tarreren
Het eigen gewicht van een willekeurige container gebruikt voor weging kan worden
getarreerd door de toets te drukken, waardoor bij volgende weegprocessen het
nettogewicht van het gewogen materiaal verschijnt.
De weegschaalcontainer op het weegschaalplateau stellen en de deur van het
windscherm sluiten.
Afwachten totdat de stabilisatieaanduiding (
toets TARE drukken. Het containergewicht wordt in het weegschaalgeheugen
opgeslagen.
Het gewogen materiaal inwegen en de deur van het windscherm sluiten.
Afwachten totdat de stabilisatieaanduiding (
Het netto gewicht aflezen.
• Indien de weegschaal niet belast is, wordt de tarrawaarde met het
"minus" teken afgelezen.
• Om de opgeslagen tarrawaarde te wissen dient de weegschaal te
worden ontlast en de toets TARE gedrukt.
• Het tarreerproces kan willekeurig aantal keren worden herhaald. De
grens wordt bereikt op het moment dat het hele weegbereik wordt
gebruikt.
AEJ_N/AES_N-BA-nl-1321
) verschijnt en vervolgens de
) verschijnt.
36