Monteren
4.4 Transmissies met voetbevestiging
4.4
Transmissies met voetbevestiging
LET OP
Ontoelaatbare belastingen van de behuizing bij oneffenheden
De transmissie mag bij het aantrekken van de bevestigingsschroeven niet worden
gespannen.
De fundering moet vlak en schoon zijn.
De vlakheidsafwijking van het transmissie-oplegpunt mag de volgende waarden niet
overschrijden:
bij transmissie tot bouwgrootte 89: 0,1 mm
bij transmissie vanaf bouwgrootte 109: 0,2 mm.
De fundering moet zo worden uitgevoerd dat er geen resonantietrillingen ontstaan en geen
trillingen van naburige funderingen kunnen worden doorgegeven.
Stalen constructies, waarop de transmissie wordt gemonteerd, moeten torsiestijf zijn. Bij de
constructie moet rekening worden gehouden met het gewicht en het draaimoment van de op
de transmissie werkende krachten. Een te zwak fundament leidt tijdens bedrijf tot radiale of
axiale verschuivingen. De verschuiving is bij stilstand niet meetbaar.
Wanneer de transmissie wordt bevestigd op een betonnen fundament moet gebruik worden
gemaakt van funderingsblokken voor deze belastingen.
Giet de spanrails in de ingestelde toestand in de betonnen fundering vast.
Richt de transmissie zorgvuldig uit tegenover de aan- en afdrijfkant van de aggregaten.
Houd rekening met de elastische vervormingen door de bedrijfskrachten.
Verhinder een verschuiving bij externe krachten door zijwaartse aanslagen.
Gebruik voor de voetbevestiging tap- of stelschroeven van sterkteklasse 8.8 of hoger. Let op
het aanhaalmoment.
Tabel 4- 2
Schroefdraad
maat
M8
M10
M12
M16
M20
M24
M30
M36
28
Schroefdraadmaten van de bevestigingsschroef
Transmissie met rechte
tandwielen
E
D/Z
Bouwgrootte
-
19, 29, 39
39
-
49
49, 59, 69
69, 89
79, 89
109, 129
109
-
129
149
149
-
169, 189
Platte
Kegeltransmis
transmissie F
sie B, K
29, 39
B19, B29, B39
49
B49, K39, K49
69, 79
K69, K79
89, 109
K89
129
K109
149
K129
169
K149
189
K169, K189
Bedieningshandleiding, 06/2018, A5E37450085A/RS-AG
Wormtransmis
sie met
rechten
tandwielen C
29
39, 49
69
89
-
-
-
-
BA 2030