Inhoudsopgave
Advertenties
b
Selecteer de gewenste categorie.
c
Druk op de toets van het steekpatroon dat u wilt
gebruiken.
• Meer bijzonderheden over steekpatronen vindt u in
"STEEKINSTELLINGENTABEL" op pagina 194.
• Meer bijzonderheden over toetsfuncties vindt u in
"Functies van de toetsen" op pagina 25.
• Selecteer, indien nodig, de gewenste steekbreedte of
steeklengte. (pagina 62)
→ Het symbool van de juiste persvoet wordt linksboven
in de display aangegeven.
d
Bevestig de juiste persvoet (pagina 50).
VOORZICHTIG
• Gebruik altijd de juiste persvoet. Als u niet de
juiste persvoet gebruikt, kan de naald de
persvoet raken en buigen of breken. Hierdoor
kunt u letsel oplopen.
Zie "STEEKINSTELLINGENTABEL" op
pagina 194 voor adviezen over de juiste
persvoet.
e
Plaats de stof onder de persvoet. Houd de stof en de
uiteinden van de draden in uw linkerhand en draai het
handwiel om de naald te zetten waar u met naaien wilt
beginnen.
f
Zet de persvoet omlaag.
*
U hoeft de onderdraad niet naar boven te halen.
g
Pas de naaisnelheid aan met de schuifknop voor
snelheidsregeling.
*
Met deze knop kunt u de naaisnelheid ook tijdens
het naaien aanpassen.
a
h
Druk op de "Start/Stop"-toets om te beginnen met
naaien.
*
Voer de stof lichtjes met de hand door.
Memo
• Wanneer u het voetpedaal gebruikt, kunt u niet
starten met naaien door op de "Start/Stop"-toets te
drukken.
i
Als u wilt stoppen met naaien, drukt u nogmaals op de
"Start/Stop"-toets.
j
Druk op
(draadafkniptoets) om de boven- en
onderdraad af te knippen.
→ De naald wordt automatisch weer omhoog gezet.
VOORZICHTIG
• Druk niet meer op
nadat de draden zijn afgeknipt. Hierdoor kan
de draad verstrikt raken of de naald kan
breken en de machine beschadigen.
• Druk niet op
er geen stof onder de naald ligt of wanneer de
naaimachine loopt. Hierdoor kan de draad
verstrikt raken en dit kan schade veroorzaken.
NAAIEN
1 Langzaam
2 Snel
(draadafkniptoets)
(draadafkniptoets) wanneer
2
57
Advertenties
Inhoudsopgave
