Schelprijgsteken
U kunt plooien de vorm van schelpen geven. Hiermee
kunt u randen, de voorkant van blouses of manchetten
van dunne stof verfraaien.
Memo
• Meer bijzonderheden over steekpatronen vindt u in
"STEEKINSTELLINGENTABEL" op pagina 194.
a
Teken lijnen met een gelijkmatige tussenruimte over de
diagonaal en vouw de stof langs de lijnen.
b
Selecteer
en verhoog de draadspanning.
c
Bevestig zigzagvoet "J".
d
Zorg dat de naald iets van de rand van de stof
neerkomt.
Vouw plooi voor plooi de stof langs de lijn en naai deze
vervolgens.
a
e
Wanneer u klaar bent met naaien, verwijdert u de stof.
Vouw de stof uit en strijk de schelpen naar één kant.
Schelpsteken
Een golvend, zich herhalend steekpatroon in de vorm
van schelpen. Dit motief wordt gebruikt op kragen van
blouses of randen van naaiwerk.
Memo
• Meer bijzonderheden over steekpatronen vindt u in
"STEEKINSTELLINGENTABEL" op pagina 194.
a
b
c
d
Smocksteken
1 Naaldpositie
De decoratieve steek die men verkrijgt door over
(waar de naald
plooien heen te stikken of borduren heet "smocksteek".
neerkomt)
Hiermee verfraait u de voorkant van blouses of
manchetten.
De smocksteek geeft de stof meer structuur en elasticiteit.
a
b
c
d
Selecteer
.
Bevestig monogramvoet "N".
Stik langs de rand van de stof, niet op de rand.
Snijd de stof af langs de steken.
• Zorg dat u de steken niet doorsnijdt.
Memo
• Meer bijzonderheden over steekpatronen vindt u in
"STEEKINSTELLINGENTABEL" op pagina 194.
Selecteer de rechte steek, stel de steeklengte af op
4,0 mm (3/16 inch) en verlaag de draadspanning.
Bevestig zigzagvoet "J".
Maak parallelle steken met een tussenruimte van 1 cm
(3/8 inch) en trek aan de onderdraden om plooien te
maken.
Strijk de plooien.
Selecteer een steek.
NAAISTEKEN
3
85