Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Pilot Assist - Volvo XC40 TWIN ENGINE 2019 Gebruikershandleiding

Inhoudsopgave

Advertenties

BESTUURDERSONDERSTEUNING
75

Pilot Assist*

Pilot Assist kan u helpen om tussen de zij-
markeringen van de rijbaan te blijven rijden,
een constante snelheid aan te houden plus
een vooraf geselecteerd tijdsverschil ten
opzichte van voorliggers.
Pilot Assist leren kennen
De gecombineerde camera en radarsensor meet de
afstand tot voorliggers en detecteert zijmarkeringen.
Gecombineerde camera en radarsensor
Afstandssensor
Zijmarkeringssensor
Pilot Assist helpt bij het besturen van de auto
en mogelijk moet u enkele tientallen kilome-
ters met Pilot Assist rijden voordat u zich hele-
maal prettig voelt bij deze functie. Om op een
75
Afhankelijk van de markt is dit een standaardfunctie of een optie.
332
veilige manier te profiteren van alle voordelen
is het belangrijk dat u goed op de hoogte bent
van alle toepassingsgebieden en beperkingen
van de functie.
Pilot Assist is voornamelijk bestemd voor
gebruik op snelwegen, hoofdwegen en derge-
lijke om u een comfortabeler en meer ontspan-
nen rijervaring te bieden.
U kiest de gewenste snelheid en het aan te
houden tijdsverschil ten opzichte van voorlig-
gers. Pilot Assist registreert de afstand tot de
voorligger en de zijmarkeringen van de rijst-
rook op de weg via de camera-eenheid. Het
vooraf ingestelde tijdsverschil wordt aange-
houden via automatische aanpassing van de
snelheid, terwijl de stuurassistentie helpt om
de auto binnen de rijstrookmarkeringen te
houden.
Pilot Assist regelt de snelheid door de stand
van de gasklep aan te passen en zo nodig af te
remmen. Het is normaal dat de remmen
zwakke geluiden produceren, wanneer ze
worden gebruikt bij het aanpassen van de
snelheid.
Pilot Assist streeft ernaar om:
de snelheid op een soepele manier te
regelen. In situaties waarin krachtig moet
worden geremd moet u dan ook zelf te
remmen. Dit is bijvoorbeeld het geval bij
grote snelheidsverschillen of als de voor-
ligger krachtig remt. Door beperkingen
van de gecombineerde camera en radar-
sensor is het mogelijk dat er onverwacht
of helemaal niet wordt geremd.
het door u ingestelde tijdsverschil ten
opzichte van voorliggers in dezelfde rijst-
rook aan te houden. Als de radarsensor
geen voorligger registreert, houdt de auto
in plaats daarvan de snelheid aan die op
de cruisecontrol werd ingesteld. Dit
gebeurt ook als de snelheid van de voor-
ligger toeneemt en de ingestelde snelheid
overschrijdt.
De positie van de auto in de rijbaan
Wanneer Pilot Assist stuurhulp verleent, pro-
beert het systeem de auto recht tussen de
gedetecteerde rijstrookmarkeringen te hou-
den. Voor een comfortabeler rijbeleving is het
zaak om de auto de kans te geven om zelf een
goede positie te vinden. De bestuurder kan de
positie altijd nog aanpassen door actief bij te
sturen. Het is belangrijk om goed te kijken of
de auto een veilige positie op de rijbaan
inneemt.
Mocht Pilot Assist de auto niet op een cor-
recte manier naar de rijstrook brengen, dan
adviseren we om Pilot Assist uit te zetten of
over te schakelen op de adaptieve cruisecon-
trol*.
* Optie/accessoire.

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave