Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Tijdelijke Uitschakeling Van Stuurhulp Met Pilot Assist - Volvo XC40 TWIN ENGINE 2019 Gebruikershandleiding

Inhoudsopgave

Advertenties

Automatische stand-bystand
WAARSCHUWING
Wanneer de auto automatisch stand-by
staat, wordt u gewaarschuwd met een
geluidssignaal en een melding op het
bestuurdersdisplay.
Als bestuurder moet u dan zelf de snel-
heid aanpassen, zo nodig remmen en
een veilige afstand houden tot voorlig-
gers.
Een automatische stand-bystand kan geba-
seerd zijn op een van de volgende zaken.
Een van de systemen waarvan Pilot Assist
afhankelijk is, valt uit, zoals bijvoorbeeld
de stabiliteitsregeling / antislipregeling
U houdt uw handen niet aan het stuur.
U opent het bestuurdersportier.
U doet de veiligheidsgordel af.
Het motortoerental is te laag/hoog.
Een of meer wielen verliezen hun grip op
het wegdek.
De remmen hebben een hoge tempera-
tuur.
De parkeerrem wordt geactiveerd.
82
Electronic Stability Control
83
Afhankelijk van de markt is dit een standaardfunctie of een optie.
De gecombineerde camera en radarsensor
wordt afgedekt door sneeuw of zware
regenval (blokkering cameralens/radarsig-
nalen).
u rijdt langzamer dan 5 km/h (3 mph) en
Pilot Assist kan niet registreren of de voor-
ligger een stilstaand voertuig is of een
object, zoals een verkeersdrempel.
u rijdt langzamer dan 5 km/h (3 mph) en
de voorligger slaat af, zodat Pilot Assist
geen voorligger meer heeft om te volgen.
de snelheid daalt tot onder 30 km/h
(20 mph) – geldt alleen voor auto's met
een handgeschakelde versnellingsbak.
Gerelateerde informatie
Pilot Assist* (p. 332)
82
.
Pilot Assist* kiezen en activeren (p. 337)
Pilot Assist* deactiveren (p. 338)
Beperkingen van Pilot Assist* (p. 340)
BESTUURDERSONDERSTEUNING
Tijdelijke uitschakeling van
stuurhulp met Pilot Assist*
Pilot Assist stuurhulp kan tijdelijk worden uit-
geschakeld en weer worden geactiveerd zon-
der dat eerst een waarschuwing wordt gege-
ven.
Bij gebruik van de richtingaanwijzers wordt de
stuurhulp van Pilot Assist tijdelijk uitgescha-
keld. Wanneer de richtingaanwijzer is uitge-
schakeld, wordt de stuurhulp automatisch
weer geactiveerd als de zijmarkeringen van de
rijstrook nog kunnen worden gedetecteerd.
Als Pilot Assist de rijbaan niet goed kan detec-
teren, bijvoorbeeld als de gecombineerde
camera en radarsensor de zijmarkeringen van
de rijbaan niet kan zien, schakelt Pilot Assist
de stuurhulp tijdelijk uit - de snelheids- en
afstandsregelingen blijven echter geactiveerd.
De stuurhulp wordt weer geactiveerd als de
rijbaan goed kan worden gedetecteerd. In
deze situaties kunt u er met een lichte trilling
van het stuur op worden gewezen dat de
stuurhulp tijdelijk wordt gedeactiveerd.
Gerelateerde informatie
Pilot Assist* (p. 332)
Pilot Assist* kiezen en activeren (p. 337)
Pilot Assist* deactiveren (p. 338)
Beperkingen van Pilot Assist* (p. 340)
83
339
* Optie/accessoire.

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave