Inhoudsopgave
Advertenties
Bediening
Beademingen synchroniseren
Het inschakelen van de synchronisatie activeert
bijv. de ingestelde pressure support, zie
pagina 268.
1 Schakel de synchronisatie aan of uit met de
toetsen Sync. aan (A) of Sync. uit (B).
2 Indien nodig, kan de uitgeklapte therapiebalk
weergegeven worden met de Meer-toetsen (C)
of (D); hier kunnen extra parameters (Trigger,
∆Psupp enz.) worden aangepast aan de
patiënt.
WAARSCHUWING
Risico op insufficiënte beademing
In beademingsmodi waarin beademingen
alleen worden getriggerd door de patiënt
(bijv. PSV) kunnen ongunstige instellingen of
een defecte sensor leiden tot insufficiënte
beademing.
Stel de beademingsfrequentie in op een
geschikte waarde zodat een minimum
beademing van de patiënt behouden blijft.
96
D
A
C
B
WAARSCHUWING
Risico op onvoldoende beademing
De weergave van het spontane minuutvolume
MVspon toont het volume, dat het gevolg is
van de eigen ademhaling van de patiënt en
ondersteuning door het apparaat. Als de
ondersteuning door het apparaat wordt
veroorzaakt door kleine slagvolumes van de
patiënt, wordt een groot deel van MVspon
bereikt door de ondersteuning door het
apparaat en niet door de eigen ademhaling
van de patiënt. In dit geval toont MVspon een
hoge waarde, hoewel het werkelijke spontane
minutvolume zeer laag is.
Neem geen therapiebeslissingen uitsluitend
op basis van een weergegeven waarde voor
MVspon.
Pediatrische patiënten en neonaten
beademen
Voor slagvolumes onder 300 mL:
Gebruik geschikte beademingsaccessoires, zie
hoofdstuk "Patiëntspecifieke accessoires
selecteren en aansluiten" vanaf pagina 70.
Voor slagvolumes onder 20 mL of bij gebruik van
ongecufde tubes:
Gebruik drukgecontroleerde beademing, zie
tabel "Beademingsmodi en effectieve
parameters" vanaf pagina 270.
Gebruiksaanwijzing Perseus A500 SW 2.0n
Advertenties
Hoofdstukken
Inhoudsopgave
Probleemoplossen
