De beeldstijl vastleggenN
3
U kunt een basisbeeldstijl selecteren, zoals [Portret] of [Landschap],
maar u kunt ook de parameters aanpassen aan uw eigen voorkeuren
en de nieuwe stijl vastleggen in Gebruiker 1-3. U kunt ook een beeldstijl
selecteren die reeds is ingesteld met de meegeleverde software.
Selecteer [Beeld stijl].
1
Draai het instelwiel <5> om
[z Beeld stijl] te selecteren en druk
vervolgens op <0>.
Het scherm verschijnt waarin de
beeldstijl kan worden gekozen.
Selecteer [Gebruiker].
2
Draai het instelwiel <5> om
[Gebruiker 1/2/3] te selecteren en
druk vervolgens op de knop
<C>.
Het instelscherm verschijnt.
Druk op <0>.
3
Als [Beeld stijl] is geselecteerd, drukt
u op <0>.
Selecteer de basisbeeldstijl.
4
Draai het instelwiel <5> om de
basisbeeldstijl te selecteren en druk
vervolgens op <0>.
Als u een beeldstijl hebt die reeds is
ingesteld met de meegeleverde
software, selecteert u deze hier.
61