Aanwezigheidsmelder
Instellingen met IR-afstandsbediening handmatig veranderen
Indien vrijgegeven, kunnen met een afstandsbediening afzonderlijke instellingen voor
functieblok 1 tijdens bedrijf worden veranderd.
Gevoeligheid:
o
Gevoeligheid verhogen: toets ´ bedienen.
o
Gevoeligheid verminderen: toets ² bedienen.
o
Ingestelde gevoeligheid weer oproepen: toets ³ bedienen.
i De handmatige correctie van de gevoeligheid door de insteller Sens. (6) wordt door de IR-
afstandsbediening overschreven en omgekeerd.
Helderheidsdrempel:
o
Helderheidsdrempel veranderen: afhankelijk van de eisen knop Ê, knop Ë, knop Ì of
knop Í bedienen.
o
Actuele helderheid als helderheidsdrempel instellen: knop É bedienen.
Nalooptijd: de vast ingestelde nalooptijd van 10 seconden kan individueel worden verlengd.
o
Nalooptijd verlengen: afhankelijk van de eisen knop 10 SEK, knop 30 SEK, knop 2 MIN,
knop 5 MIN of knop 30 MIN bedienen. Andere waarden kunnen met de toetsen START/
STOP worden ingesteld.
5 Informatie voor elektromonteurs
5.1 Montage en elektrische aansluiting
Registratiezone en reikwijdte
Het apparaat heeft een registratiezone van 360°. De diameter van de registratiezone is afhan-
kelijk van de montagehoogte en de bewegingsrichting van personen in de registratiezone (af-
beelding 3).
Bij toenemende montagehoogten vergroot de registratiezone, tegelijkertijd worden registratie-
dichtheid en gevoeligheid verminderd. Bij gebruik als aanwezigheidsmelder: montagehoogte
niet boven 3,5 m, anders is geen fijnregistratie mogelijk.
82585603
J:0082585603
Afbeelding 2: Sensorvenster en registratiezone
4/10
20.09.2012