Aanwezigheidsmelder
Registratiehoek
Reikwijdte
Helderheidssensor
Meetbereik
Registratiezone
6.2 Hulp bij problemen
Licht schakelt ondanks bewegingsregistratie en geringe verlichting niet in
Oorzaak 1: verkeerde functieblok actief.
Functieblokomschakeling veranderen.
Oorzaak 2: ingestelde helderheidsdrempel te laag.
Helderheidsdrempel met afstandsbediening of parameterinstelling verhogen.
Licht schakelt in ondanks voldoende omgevingshelderheid
Oorzaak 1: meldfunctie is actief en het apparaat werkt daarom onafhankelijk van de helderheid.
Controleer de programmering.
Oorzaak 2: apparaat werkt onafhankelijk van de helderheid.
Corrigeer de helderheidsdrempel met de afstandsbediening.
Corrigeer de parameterinstelling voor de helderheidsdrempel.
Licht schakelt kort uit en direct weer in
Oorzaak 1: lamp in registratiezone.
Parameter vergrendeling zodanig instellen, dat afkoelende lamp niet wordt herkend.
Oorzaak 2: na het uitschakelen wordt de ingestelde helderheidsdrempel onderschreden. Appa-
raat schakelt bij bewegingsregistratie direct weer in.
Helderheidsdrempel verhogen.
Licht schakelt ondanks bewegingsregistratie en geringe verlichting voortijdig uit
Oorzaak 1: ingestelde tijd te kort.
Tijd met afstandsbediening of parameterinstelling verhogen.
Oorzaak 2: registratieprobleem, het te bewaken oppervlak ligt niet in de registratiezone of meu-
bels of kolommen staan in de weg.
Registratiezone controleren, eventueel nevenaansluiting aanwezigheidsmelder aanvullen.
Apparaat spreekt aan ook zonder beweging in de registratiezone
Oorzaak: storingsbronnen in registratiezone, of apparaat te gevoelig ingesteld.
Registratiezone beperken, storingsbronnen wegnemen.
Gevoeligheid met insteller Sens. (6) of met afstandsbediening een niveau verlagen.
Gevoeligheid in parameterinstelling verminderen.
i In kleinere ruimten moet de gevoeligheid 1 tot 2 niveaus worden verminderd.
Licht schakelt ondanks voldoende omgevingshelderheid niet uit
Oorzaak 1: apparaat is als bewegingsmelder ingesteld en verwerkt daarom de omgevingshel-
derheid niet na het activeren.
Controleer de programmering. Apparaat als aanwezigheidsmelder instellen en programme-
ren.
Oorzaak 2: ingestelde helderheidsdrempel te hoog.
Helderheidsdrempel met afstandsbediening of paramterinstelling verlagen.
Licht schakelt niet of te laat in ondanks beweging in de registratiezone
Oorzaak 1: apparaat is voor meldbedrijf ingesteld en verwerkt niet de eerste herkende bewe-
gingsimpuls.
Controleer de programmering. Apparaat als bewegingsmelder instellen en programmeren.
82585603
J:0082585603
Ø ca. 20 m (montagehoogte 3 m)
9/10
360 °
0 ... 2000 lx
Ø 2 m
20.09.2012