In- en uitschakelen
U kunt een kookzone inschakelen door
de bedieningsknop naar rechts a te
draaien op de gewenste vermogens-
stand. U kunt een kookzone uitscha-
kelen door de bedieningsknop naar
links b te draaien op "0".
De bedieningsknop mag niet naar
rechts voorbij BI of BI/II op "0" wor-
den gedraaid.
Na het inschakelen van een kookzone
gaat het controlelampje "in werking"
aan. Na enige tijd gaat ook het con-
trolelampje "resterende warmte" aan.
Na het uitschakelen van alle kookzones
gaan de controlelampjes "in werking"
uit.
Weergave van de resterende
warmte
Het controlelampje "resterende warmte"
gaat uit zodra het kookvlak zonder ge-
vaar kan worden aangeraakt.
Raak de kookzones niet aan zolang
de controlelampjes "resterende
warmte" branden. Leg op de kook-
zones ook geen voorwerpen die
geen hitte kunnen verdragen. Ge-
vaar voor brandwonden en brand!
Bediening
21