Faxen via computer
Adresboek bijwerken
U kunt bestemmingen programmeren en bewerken in de adreslijst met behulp
van het Adresboek.
Voor details over het Adresboek, zie de Help van het LAN-Faxstuurprogramma.
Opmerking
❒ U kunt bestanden die zijn aangemaakt in CSV-opmaak gebruiken als Adres-
boekgegevens. Hiertoe maakt u CSV-bestanden die voldoen aan een bepaal-
de opmaak. Zie Help voor meer informatie.
Programmeren van nieuwe bestemmingen
A
Selecteer in het menu [Start] de optie [Programma's], [LAN-Fax-hulpprogram-
ma's] en klik vervolgens op [Adresboek].
Het [Adresboek]-venster verschijnt.
5
Als LAN-Faxstuurprogramma reeds is opgestart, klikt u op [Adresboek bewer-
ken...].
B
Klik op [Nieuw/Bladeren...] en selecteer het CSV-bestand met de te bewerken
adreslijst.
C
Voer de bestemming en naam in.
U kunt de naam van een contactpersoon, de bedrijfsnaam, de naam van de af-
deling, het faxnummer, e-mailadres en het IP-Faxadres invoeren. De naam en
bestemming (faxnummer, e-mailadres, IP-Faxadres) kunnen niet worden
weggelaten.
D
Klik op [Toevoegen].
De bestemming wordt toegevoegd aan de bestemmingslijst.
E
Klik op [Sluiten].
F
Als u een bestemming heeft gewijzigd, verschijnt een melding ter bevesti-
ging. Om de wijzigingen op te slaan, klikt u op [Ja].
Als u de wijzigingen niet wilt opslaan en wilt stoppen met wijzigen, klikt u
op [Nee].
Om naar het wijzigingsdisplay terug te gaan, klikt u op [Annul.].
Het dialoogvenster voor bevestiging verschijnt niet als u geen wijzigingen
heeft aangebracht na het starten van het Adresboek.
184