Inhoud
Vorige
Volgende
Bovenste pagina
>
De scannerfunctie gebruiken
Beelddichtheid aanpassen
In dit gedeelte wordt beschreven hoe u de beelddichtheid kunt aanpassen voor de huidige afdruktaak.
Er zijn vijf dichtheidsniveaus. Hoe hoger het dichtheidsniveau, des te donkerder de gescande afbeelding.
Druk op [Dichtheid].
Druk op [Dichtheid] of op [ ][ ] om het gewenste dichtheidsniveau te selecteren en druk op [OK].
Druk op [
U kunt de standaardinstelling van het apparaat voor [Dichtheid] wijzigen zodat altijd met een bepaald dichtheidsniveau wordt gescand.
Tijdelijke instellingen worden in de volgende gevallen gewist:
Zie
Zie
Boven
Copyright © 2009
>
Scannen vanaf het bedieningspaneel
] of op [Wissen/Stop] om de huidige wijziging ongedaan te maken en terug te keren naar het beginscherm.
Wanneer geen gegevens worden ingevoerd gedurende de tijdsperiode die is ingesteld in [Autom. wissen] en het beginscherm
wordt weergegeven.
Wanneer u op [Wissen/Stop] drukt terwijl het beginscherm wordt weergegeven.
Wanneer de modus van het apparaat wordt gewijzigd.
Wanneer het apparaat wordt uitgeschakeld.
Wanneer de standaardwaarde van het apparaat voor dezelfde instelling wordt gewijzigd.
Scannerinstellingen
voor meer informatie over [Dichtheid].
Beheerdersinstellingen
voor meer informatie over [Autom. wissen].
Vorige
Volgende
>
Scaninstellingen opgeven
> Beelddichtheid aanpassen
Instellingen